29. mrt, 2017

Sic transit

Gloria mundi

We kennen het verhaal onder meer van Les Mémoires d’Hadrien, van de onvolprezen Marguerite Yourcenar. (1903-1987). Een heel mooi boek dat ook vertaald is als Hadrianus’ Gedenkschriften, voor 10 € te koop op bol.com heb ik gezien.

Het boek verscheen in 1951. Het is de oude keizer zelf die afgetakeld op zijn sterfbed zijn leven overschouwt, in deze gefingeerde autobiografie van een staatsman, die aan het roer stond van de rijkste machtstaat in het Westen, en die zelf een ontwikkelde mens was, belezen en nieuwsgierig. Terecht wordt hij geprezen om zijn rust brengende vredespolitiek en zijn doeltreffende administratie.

Hij was ook een cultuurmens, die streefde naar een renaissance van de Griekse cultuur. Wat Yourcenar probeert te doen, en waar ze ook in slaagt is de gedachtegang van die complexe persoonlijkheid te doorgronden en de reconstrueren, tegen het historische canvas dat zijdelings aan bod komt. De schrijfster was als eerste vrouw ooit lid van de Academie Française en verwierf de Erasmusprijs 1983.

We kennen Hadrianus ook van zijn kop, want hij is in verschillende oudheidmusea te vinden, pakweg in Rome of Athene, Berlijn, Parijs of Londen. Meestal staat hij dan in de buurt van een beeld van Antinoüs, want daar zijn er ook veel van gemaakt en overgebleven. Dat was onderdeel van de keizerlijke propaganda, die er onder meer in bestond dat overal in het rijk beelden van de keizer en zijn geliefde werden neergezet.

In de meeste musea kijken Hadrianus en Antinoüs nu nog altijd naar elkaar. Het zijn twee mannen die bijna twintig eeuwen na datum nog altijd naar elkaar kijken. Dat vind ik daar zo sterk aan. Die blik, hoe Antinoös en Hadrianus als marmeren beelden naar elkaar kijken, geeft te denken hoe ze toen naar elkaar moeten hebben gekeken.

Zolang Hadrianus leefde waren ze beiden vergoddelijkt, de ene bij leven, de andere na zijn dood. De Antinoüs cultus doofde uit toen de Keizer stierf. Het was de liefdeswaan van een man, die in de dood zijn meerdere moet erkennen, bij al de onmetelijke macht die zijn positie hem gaf.

Zo gaat de glorie van de wereld voorbij.