18. feb, 2017

Nog over het doopsel.

Mooie zinnen

Ik kan niet laten zeggen dat het doopsel in mijn eigen leven geen verandering gebracht zou hebben, of dat het betekenisloos zou zijn, maar jij drukt het plastisch uit: “Ik ben gedoopt, so what? Een lieve grootvader druppelde water op mijn voorhoofd en sprak mooie oude zinnen uit. Je kunt dopen alleen niet ongedaan maken, als je werkelijk gelooft dat die doop iets betekent.”

Zo kun je het ook zien, maar toch. Als je het even nagaat, dat doopsel doet heel wat met je. Het geeft je een naam. Het effect daarvan is niet te overzien. Die naam kun je niet kiezen. Hij is voor de meesten van ons onuitwisbaar en vergezelt ons sinds onze prilste dagen. In mijn geval is dat onmiskenbaar een overduidelijk christelijke, en meer bepaald katholieke naam, als Peter Benedictus Rufinus Van Breusegem.

Ik ben daardoor dateerbaar en plaatsbaar als iemand van die tijd en die streek. Nu krijgen kinderen heel andere namen. Wij kregen de namen van onze grootvaders, die zelf onveranderlijk namen van heiligen droegen, tenminste in die tijd in dat deel van de wereld waar ik hen geboren. Door het doopsel word je dus niet alleen benoemd, maar ook bepaald, beperkt en ingelijfd in een groep waarin bepaalde regels gelden, en die regels werden toen door de kerk uitgezet.

Jij vertelt dat jij je kinderen bewust niet hebt laten dopen. Ik kan me daar goed in herkennen. Mijn dochter is ook niet gedoopt en meer nog, zij is als moslima opgevoed, onder invloed van haar moeder. Ik vind niet dat je een kind ongevraagd moet dopen, en dat je de leeftijd van ‘de jaren van onderscheid’ moet afwachten, of in moderne woorden, het moment dat je zelf kunt beslissen welke positie je inneemt, op basis van je eigen vrije menselijke wil.

Ik ben destijds ongevraagd gedoopt, want dat was nu eenmaal de gewoonte, en ik ben daar zelf niet zo onverdeeld tevreden mee. Dat verklaart onder meer waarom onderhavige discussie voor mij helemaal niet vrijblijvend is, en waarom ik er zo hardnekkig mee door ga. Ik heb die katholieke cultuur ingezogen met de moederborst, en ik ben nu de vader van een moderne moslimvrouw met verlichte opvattingen die in een heel andere wereld leeft, dan de mijne van vroeger.

Ik wil mijn erfenis niet verloochenen maar ik wil ook geen last uit het verleden met me meeslepen. Als ik vandaag de keuze had, zou ik me wellicht niet laten dopen, toch niet door de kerk, door wie ik me onheus behandeld voel.