16. jan, 2017

Hulpverlening

Apart

Als huisarts vertegenwoordig ik een wereld van orde en regelmaat, van rede en van redelijkheid. Ik ben wetenschappelijk opgeleid en van mij mag verwacht worden dat ik bijblijf met de ontwikkeling van de kennis in mijn vakgebied. Mijn handelen dient in overeenstemming te zijn met het niveau waarop de geneeskunde zich vandaag bevindt.

Dat is niet anders wanneer het om een wanende hulpvrager gaat. Ik ben op dat ogenblik meer dan ooit verplicht, er van uit te gaan dat ik de waarheid dien. Als ik dat niet zou doen, zou het geen zin hebben op een professionele basis hulp te willen verlenen. Mijn functie wil dat ik als arts de waarheid in pacht heb.  

Nu, dat is moeilijk. Als mens mag ik daar mijn twijfels bij hebben, en ’s avonds mag ik daarover piekeren, maar als ik overdag oog in oog sta met iemand, van wie ik ondervind dat zijn of haar denkpatronen grondig verstoord zijn, en op een punt gekomen, dat het inderdaad storend wordt voor hem- of haarzelf en de omgeving, dan moet ik soms wel knopen doorhakken.

Ik moet er hoe dan ook van uitgaan dat ik er meer over weet, zo lang het over de gezondheid van de hulpvrager gaat, omdat ik ervoor gestudeerd heb en omdat ik ervoor betaald wordt. Of ik dat kan en of ik dat goed doe, dat is niet altijd in alle omstandigheden na te gaan. Af en toe gaat er eens een de mist in. Het is elke dag een kwestie van proberen je best te doen.

De extra moeilijkheid bij wanende patiënten is, dat je er niet van uit mag gaan dat hun handelen en hun keuzes goed zijn voor hun welbegrepen eigenbelang, laat staan de belangen van de samenleving. Sommigen leggen gevaarlijke gedragingen aan de dag, of deinzen er niet voor terug geweld te gebruiken. Of ze verwaarlozen zich etc.

Dat weet je allemaal niet als je eraan begint. Elke nieuwe persoon die voor je zit, is een vers verhaal dat je moet proberen te ontsluieren, en dat lukt alleen als je tot een gesprek kunt komen. Of dat lukt, hangt onder meer af van de houding die je aanneemt. Je moet erin slagen je oordeel opzij te zetten. Niet te vroeg en liever zelfs helemaal niet oordelen, maar luisteren, en die persoon als mens tegemoet treden.

Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het is een vak apart.