20. jan, 2016

Bravoure

Over de dapperheid van de vrijzinnige heb ik zo mijn eigen mening.

Ja, dat lees ik wel vaker dat atheïsten zichzelf als moediger beschouwen, omdat ze afstand doen van de mogelijke troost die van een godsfiguur uitgaat. Ze beschouwen dat als de moeilijke keuze, alsof de andere keuze, die het bestaan van God aanvaardt, het leven gemakkelijker zou maken, omdat je dan over een instantie beschikt die steun en bescherming zou bieden, ook als die instantie niet bestond.

Het is een beetje rare redenering. Ik vind het niet per se dapperder níet in een God te geloven, dan dat wel te doen, want Die is ook niet altijd mals voor Zijn of Haar schepselen.

Het mag in deze ongelovige tijden als een verrassing klinken, maar ik heb meer aan de omgang met mensen die nog wel ergens in geloven, dan in degenen die nergens meer in geloven.

Zeker als het een geloof is dat we kennen, want dat schept dat een soort handvat, dat ons kan helpen de ander beter te begrijpen.  ‘Zeg me waar gij in gelooft en ik zal u zeggen wie gij zijt.’ De openbaring heeft doorheen de geschiedenis tot een maatschappij geleid, waar het woord van God nog steeds in weerklinkt, zoals blijkt uit de geschiedenis, de instellingen, de gebruiken, of nog de kalender, en zelfs de taal die we gebruiken. Waarom er geen gebruik van maken?

Er is veel in ons hedendaagse leven dat we niet kunnen begrijpen zonder kennis van de openbaring. Het atheïsme is een vrij late loot aan de boom van de geloofsovertuigingen die omtrent God overal verkrijgbaar zijn. Het is een overtuiging die even legitiem is als alle andere, maar ook niet meer dan dat.

Alles hangt af, niet van wat, maar hóe je gelooft, en of dat geloof voldoende ruimte laat voor het geloof van de ander. Mensen maken nu eenmaal graag zichzelf wijs dat ze beter zijn dan de anderen op basis van hun identiteit, en daar maakt het geloof deel van uit. Spijtig genoeg vinden sommigen het prettig hun eigen club de beste te achten, desnoods met grove middelen. Jammer maar helaas. Daarin is de godsdienst niet anders dan in het voetbal. Er zullen altijd wel etters zijn die het feest vergallen met baldadig gedrag ten opzichte van de ander. Daar moet dan maar tegen opgetreden worden.

Dat mag echter niet verhinderen dat het feest van de ontmoeting toch telkens weer plaatsgrijpt.