7. jan, 2016

Ontvangen

De grote weerklank van onze discussie over racisme in Vlaanderen was een balsem voor het hart. Iedereen bedankt voor de troostende en opbouwende bijdragen.

Vreemd genoeg was er geen enkele tegenligger op de baan. Dat is dan weer frustrerend want het wijst op een barrière in de communicatie. We kunnen niet met elkaar praten, degenen die de sirenenzang van een xenofoob gedachtengoed verspreiden en wij die willen werken aan een betere wereld, waarin iedereen aan zijn trekken kan komen ongeacht geslacht, afkomst, huidskleur, overtuiging noch geaardheid.

Het gesprek komt niet tot stand. Dat is jammer, want we weten heel goed dat de gevoelens van angst en afkeer niet weg zullen gaan door ze onderaards te drijven. Ik denk me suf om manieren te vinden, die ons daaruit helpen, uit die falende communicatie.

Ik vrees dat het niet zonder conflict kan gebeuren. Op een bepaald ogenblik staan door toedoen van de polarisering twee blokken tegenover elkaar: zij die hun meningsuiting beknot zien, omdat haat verspreiden niet meer mag, en zij die hun bewegingsvrijheid ingeperkt zien omdat het toch noch gebeurt. Dan kunnen we wel verwensingen heen en weer slingeren, maar we schieten er niet mee op.

Een vredevolle samenleving is niet voor morgen. Intussen is het onze taak aan een betere wereld, met minder geweld, te werken, en dat met geweldloze middelen. Kennis verspreiden bijvoorbeeld, om misvattingen recht te zetten, en getuigenis afleggen van onze ontmoeting met het andere in de Ander. Het gesprek durven aangaan waar mogelijk, maar niet stilzwijgend voorbijgaan wanneer er onrecht geschiedt. Een gemakkelijk recept is het niet.