24. apr, 2017

Glinstering

Glans

De toenadering van de twee zusterzielen loopt op een hoogtepunt uit, dat onvergetelijk zal blijken te zijn. Zij zijn elkaar zo vertrouwd en genaderd, dat niets hun hereniging nog in de weg staat, op basis van een vereniging, die zich met alle denkbare middelen kan voltrekken, tot er een duizeling ontstaat, waarbij de ene ziel in de andere vervloeit en overgaat.

Deze extatische vorm van de hereniging kan echter niet blijven duren en is in de tijd beperkt. Het Ego, of het kleine ik, sterft af: het reptielenbrein dat veel van onze gedragingen stuurt en verklaart, ons in competitie met anderen brengt, en steeds op eigen voordeel uit is. De liefde geeft ons de kans, deze beperking te overstijgen, en de beide hemisferen van ons werkelijke, menselijke brein te leren gebruiken.

Het lijkt erop dat de energie van een almachtige kracht het lichaam overneemt. Dit leidt tot een volledig geestelijk ontwaken,  en het ontluiken van de Goddelijke kiem die we in ons dragen. We worden dan als het ware van binnenuit verlicht, en we kunnen dat ingestorte licht zodoende naar buiten uitstralen, ten behoeve van anderen.

Dit is de fase van het uitstralen van Goddelijke liefde en dat is van een heel ander niveau, dan het zoeken naar romantische liefde op een erotische basis dat wellicht een rol speelde in de beginfasen. De ware liefde gaat een stuk verder dan dat. In het emotionele, mentale, en spirituele vlak bereikt de ziel, wanneer zij zich overgeeft, een niveau van volledig ontplooide volwassenheid.

Het streefdoel tijdens de glansfase is deze uitstroming van Goddelijke liefde naar buiten toe in de hand te werken, middels onze lichamelijke aanwezigheid onder de anderen, in ons werk en in ons privéleven. De liefde, als zij waarachtig is, maakt van ons betere mensen, in de zin van meer begaan met anderen en bekommerd over het welzijn van derden.

Het is het vermogen tot liefhebben dat de mens volledig tot mens maakt, en dat de basis vormt van een rechtvaardige ordening van de maatschappij, als zulks überhaupt bestaat. Tegenover de cynische wreedheid van de dagelijkse werkelijkheid, kunnen wij alleen zorg en bekommernis om elkaar stellen.