8. apr, 2017

Boekenverbranding

Teloorgang van de Oudheid

Volgens de historicus Diodorus Siculus was het Serapeum van Alexandrië een uitbreiding van de grootste bibliotheek die de beschaving ooit kende, in relatieve termen. In tegenstelling met het Museion dat alleen voor leden was, gaf het Serapeum vrije toegang tot de boekenkennis van die tijd. Het was een ontmoetingsplaats, waar geleerden elkaar konden spreken.

Boeken werden met de hand geschreven en als je geld had, kon je er een over laten schrijven, door iemand die dat deed. Van het meeste wat het Museion had, beschikte het Serapeum wel over een kopie. Het was een kennisfabriek, die in de tijd van Hadrianus zowat het walhalla vormde van de wetenschap en de filosofie.

In het jaar onzes heren 392 werd het Serapeum van Alexandrië door monniken onder leiding van patriarch Theophilus van Alexandrië, op basis van een edict van keizer Theodosius I, geplunderd en vernietigd. De boeken werden verbrand in een massale boekverbranding. Het was een symbolische daad, in een bewuste poging de heidense kennis uit te roeien en te vernietigen, om plaats te maken voor het Christelijke verhaal.

Daar kon Hadrianus niets van weten toen hij in het jaar onzes heren 132 zijn eigen Serapeum schiep. Een aangename plek, koel in de zomer, met een kunstmatige grotvijver, die in verbinding stond met de Canopus, door middel van ondergrondse waterpartijen, onder de vorm van concentrische kanalen, omgeven door acht nissen.

Ik vind niets uit, want ik citeer Wikipedia. Vanuit de zijkamers was dan het kabbelen van het water te horen. Dit Nymphaeum, het heiligdom van de waternimfen, bood een gunstige sfeer om er Serapis te aanbidden, als zinnebeeld van de zon die in de nacht schijnt, en het symbool van de wederopstanding. Verder was er ruimte voor allerlei andere genoegens

Hier kon de keizer zich wellicht overgeven aan zijn herinneringen van die fatale dag op de Nijl in Egypte. Ik kan me op aarde niets mooiers voorstellen, ook nu de plek een ruïne is geworden. Er heerst een magische sfeer, door toedoen van alles wat er over geschreven is, en de schoonheid van de resten, die overbleven na het verval.