8. sep, 2016

Discussie

Wordt vervolgd.

Het is een beetje goedkoop om naar de verantwoordelijkheid van de ouders te wijzen, en het brengt weinig aarde aan de dijk. Dat lijkt ook de mening van Kristin De Winter te zijn: “Ach, dat signaal geven we in jeugdzorg toch ook niet? Dan helpen we de kinderen. Terecht.”

Dit is het punt waarop ik mijn in de discussie mengde: “Ik vind dat een jeugdrechter naar het meisje zou moeten kijken om te zien hoe haar persoon het best beschermd kan worden.” Erik Claessens kan er wel in komen: “Ja, dat is waar. Maar de uitwijzingsprocedure is volledig correct verlopen. De ouders hebben elk bevel naast zich neergelegd, wetend dat daar gevolgen aan vast zouden zitten.”

Johan Vercarre ziet hier de “failed state” opdoemen: “Zeker een kapitaal gemiste kans !! Dom België !” Walter Leclair gaat een stapje verder: “Het probleem is dat als we hier capituleren, er meteen enige duizenden zijn die hun kans schoon zien om via deze weg toch permanente verblijfsvergunning te bekomen. Drastischer optreden bij uitwijzingsbevel. Failed state? Gemakkelijk gezegd. Geef eens een alternatief. Eentje dat werkbaar is hé, niet iets als de planeet is van iedereen.

Laurent Œdipe: “Er valt in elk geval Theo Francken in die zaak niets of weinig te verwijten. Hij heeft de reden waarom dat meisje het land alsnog moet verlaten voldoende en met aanvaardbare argumenten onderbouwd. Tot spijt van wie het benijdt...”

Hier ben ik een tweede keer tussengekomen: “Theo heeft met modder gegooid om zijn hardvochtigheid te verantwoorden. Als er minderjarigen zijn die bescherming nodig hebben, dan moeten wij hen die geven.”

Vincent Van der Beken vraagt zich af: “Over welke modder hebben we het? Toch niet dat hij het criminele pad welke de broers van het meisje hebben voor gekozen zonder bijsturing van de ouders? Feiten gepleegd ook op minderjarige leeftijd. Die modder?” Ook Erik Claessens vraagt: Modder, hoezo?

James De Paepe: “Dat criminele gedrag van haar broers en de lakse, onverantwoordelijke houding van haar ouders zijn fictie, of wat?” Sven De Paepe: “Manmanman.”