3. aug, 2016

Vergelijkende warentest

Vacuümverpakt

Het is heel anders vlees eten als het een schaap is geweest, dat je hebt gekend, en dat ten tijde van de thuisslachting, op een dag door aangerukte familieleden werd opgepeuzeld tot er niets meer over was.

Dat is verleden tijd want ons vlees hoort nu uit steriele industriële slachterijen te komen waar de slachtdieren aan wie elke erkentelijkheid voor het offer wordt ontzegd, verdoofd naar het hakblok worden gevoerd, waar ze bewusteloos over de kling gaan.

Wij vinden ons vlees, voor zover we nog vlees eten, vacuümverpakt in de supermarkt en staan er niet bij stil wat voor dier het is geweest, noch hoe het heette, dat hier zijn leven en zijn vlees voor ons heeft afgestaan. We kopen een paar lappen die we nodig hebben, en we mogen hopen dat de dieren een aanvaardbaar leven hebben gekend voordat ze stierven.

Vergelijk dat eens met wat we bij de thuisslachting hebben gezien: het ritueel doden van een dier dat je hebt leren kennen, zij het kort. Het is geen blind en anoniem slachten, zoals dat bij ons gebeurt, als we naar de slager gaan, waar het dier onherkenbaar in stukjes is verdeeld. Het dier is ginder dan weer een slachtoffer in de diepe betekenis van het woord. Dat is een dimensie die wij in het Westen kwijt zijn.

Bij ons is vlees een anoniem product met weliswaar herkomst vermeld en uiterste verkoopdatum, maar je hebt het schaap niet horen blaten. Dan komen er ineens mensen in beeld die zeggen dat het niet kan, dat je zonder verdoving zou slachten.

We kennen in onze beschaving dan toch een moment van aarzeling, als we moeten kiezen tussen twee oplossingen die elk voor zich de waarheid in pacht menen te hebben, en die elkaar uitsluiten.  De ene school wil dat elk dier verdoofd wordt, wat geheel past in een filosofie waarbij de slachting in gecontroleerde slachthuizen gebeurt, zoals wij gewend zijn, en de andere school zegt, maar we doen het al jaren zo en we doen het in vele landen zo. Wat is daar nu zo mis mee.

Beide scholen kunnen proberen in de naam van het dier te argumenteren. De ene zal pleiten voor een pijnloze dood, de andere voor een rituele betekenisgeving.

Zoals de enen niet in naam van het dier mogen spreken, moeten ook de anderen zich er voor hoeden, niet in Gods naam te spreken, om het gesprek mogelijk te maken.