31. jul, 2016

Ciel mon mari

Ik dacht dat ik warempel in mijn broodje stikte.
Gerookte zalm bereid met kaas van schapenmelk,
Als dronk ik dollekervel uit bittere kelk,
Waarin ik ei zo na, mij nagenoeg verslikte.

En in de zure brij mij meer en meer verstrikte,
Want ik zag onverwacht een zinnebeeld hetwelk
Zich openbaarde. ‘t Kon opnieuw herhaald op elk
Moment gebeuren, als ik in zijn ogen blikte.

De ogen van een door de wol geverfde wolf.
Dan is het of zich diep opwellingen vergaderen.
Dan is het of van onderuit een hoge golf,

Een stroom van lava braakt in de gesprongen aderen.
Zijn blik die mij met al zijn overmacht bedolf,
Terwijl we dichter naar elkander bleven naderen.

Pasquino atelier