12. dec, 2016

Halleluja

Veroordeeld

In Nederland is de extreem-rechtse islamhater Geert Wilders veroordeeld maar niet gestraft wegens racistische uitlatingen. Terecht veroordeeld, maar een straf had wel gemogen, als je het mij vraagt. Jammer dat het zover moest komen,  maar goed dat er nu een rechter is geweest die zegt dat er grenzen zijn aan de hoeveelheid haat en oproepen tot discriminatie die je systematisch naar een bepaalde bevolkingsgroep toe mag spuien.

Het is wel degelijk racisme, ook als het doelwit geen ras maar een nationaliteit omvat. Dat was een van de verdedigingsgronden van de neofascist, dewelke dus nu onderuit is gehaald. Dat zou mooi zijn. Je zou rassen niet mogen vernederen, kwetsen of aanvallen, maar nationaliteiten wel. Dat was evenwel de stelling die onder meer door die vervelende klier Paul Cliteur werd uitgedragen in de dagen voor het proces.

Goed voor een massale dosis ergernis. Kon die mediageile man nog eens mooi voor de dag komen op onze nationale omroep. Goed dat dit nu duidelijk is dat Geert en zijn handpop Paul het alvast volgens het gerecht verkeerd voor hebben, als ze beweren dat Marokkanen pesten mag, want het is geen ras. Zulks is een misselijke mening, want ze geeft voedsel aan de dagelijkse anti-islam agitprop die we elke dag in karrenvrachten over ons heen uitgestort krijgen.

De Islam is ook geen ras moet je weten, maar een geloofsovertuiging. Moslims zou je volgens extreemrechts dus wel mogen discrimineren, want ze kunnen niet genieten van de bescherming die de wet toekent aan degenen die omwille van hun ras worden vervolgd.

Ik mag ervan dromen dat de dag eens komt dat niet alleen Marokkanen, maar alle Moslims in de lage landen vrij adem kunnen halen. Ik denk wel dat die dag komt, maar niet dat ik het nog mee zal maken. We zijn wellicht nog niet aan het dieptepunt van de geloofsvervolging en pesterijen van allerlei aard toegekomen.

De oorlog in het Nabije Oosten zou moeten kunnen stoppen, en we zouden in ons land meer respect voor elkaar mogen krijgen. Respect voor de ander in zijn anders zijn. We mogen niet van de ander eisen zijn anders zijn op te geven, en zoals wij te worden, vooraleer zijn of haar bestaan en daar zijn te aanvaarden.