26. nov, 2016

Rede

Geschiedenisles

Of het nu om zwarte piet gaat of over racisme in het algemeen: je merkt vaak dat zijn aanbidders hun toevlucht nemen tot rationele argumenten, of toch argumenten die toch op het eerste zicht rationeel van aard lijken te zijn. Zo krijgen we nu geschiedkundige of kunsthistorische analysen van de pietfiguur die meestal vergoelijkend bedoeld zijn. Om bijvoorbeeld uit te leggen dat de zwarte piet zwart is omdat hij doorheen schoorstenen kruipt.

Het is naast de kwestie, want waar het om gaat is de receptie van die figuur bij kinderen van vandaag, op een leeftijd dat ze nog zeer voor inprenting vatbaar zijn. Wat doet dat met die kinderen? Die vraag moeten we ons stellen. Waar het pas in tweede instantie om gaat, dat zijn de gevoelens van de oma’s en de opa’s.

Die mogen er zijn en ze mogen geuit worden, maar ze mogen geen maatstaf vormen voor wat we vandaag moeten doen. Sinterklaas is niet de enige symboolfiguur die aangetast wordt door twijfel en rot. Neem nu het vorstenhuis, met in tegenstelling tot Franstalig België een sterk dalende populariteit in Vlaanderen.

Het vreemde is het dat een aantal zwartepietfans die ik ken terzelfdertijd van de koning af willen. Dat vind ik een interessante positie, die van degenen die de sinterklaasklucht willen behouden, als symbool van onze cultuur, en die toch vinden dat een koninkrijk als staatsvorm niet meer van deze tijd is. Meestal zijn ze ook verknochte voorstander van de scheiding tussen kerk en staat. Ik heb er al op gewezen dat sinterklaas daar vrolijk dwars door heen draaft.

Maar goed, geen enkele analyse biedt een antwoord op de problemen met de receptie vandaag, bij kinderen die de pietenklucht rechtstreeks ondergaan en niet verondersteld zijn de geschiedenis te doorgronden. Natuurlijk moeten we er goed over nadenken wat voor symbolen we de kinderen als wenselijk aanbieden en wat voor boodschap we hen meegeven.

Dat hoor je ook vaak: degenen die zeggen dat die discussie nergens voor nodig is. Steevast is er iemand die opmerkt dat het nu wel genoeg is geweest.  Nu daar ben ik het duidelijk niet mee eens. Ik vind dat deze discussie tot het einde moet gevoerd worden, en tot slot moet flink aan de klucht gesleuteld worden, op maat van het bereikte publiek in het lokale vlak.