13. okt, 2016

Preliminair

Onderzoek

Nu begrijp ik ook wel, en daar heeft Rudi gelijk in, dat de bevindingen van de Nederlandse kinderombudsman, niet de waarde van wetenschappelijk onderzoek hebben, en op zich nog niets bewijzen. Prof. Margrite Kalverboer doet haar verhaal en zegt er zelf klaar en duidelijk bij, dat dit geen wetenschappelijke onderzoeksresultaten zijn.

Ze heeft zelf een oriénterend veldonderzoek gedaan en doet daarvan verslag, niet ad probandum, om iets te bewijzen, maar ad narrandum, om iets te vertellen. Op zijn best was het een verkennend vooronderzoek voor het echte onderzoek dat nu zou moeten plaatsvinden. Ze nodigt ons uit de bril op te zetten van de kinderen in de klasjes van vandaag, die hoe dan ook gemengd zullen zijn tot het einde van onze dagen.

Ik bedoel, we moeten ons niets inbeelden. De gemengde maatschappij is een feit en zal niet meer weggaan. Mensen migreren en daar moeten we verantwoordelijk mee omgaan. Er moet plaats zijn voor alle kinderen. Daarbij zullen we verplicht zijn onszelf in vraag te stellen, en vervolgens proberen het goede te doen. We kunnen ons echter geen rassenscheiding veroorloven.

Margrite vertelt daar iets over, hoe dat voelt voor een zwart kind in een klasje van vandaag, voor en na de kennismaking met het fenomeen Zwarte Piet, een kluchtfiguur, die bij de blanke kindjes blijkbaar tot grote hilariteit leidt. Ja die glimlach op zo’n blinkend snoetje, het is vertederend zoals Chris Bosman onlangs opmerkte in een reactie.

Maar die lachende gezichtjes zullen er even goed nog zijn in een toekomstige, meer rechtvaardige maatschappij, waarin het beeld van sinterklaas en zwarte piet bijgesteld is, en aangepast aan de moderne, bontgekleurde samenleving.

Om van dat verhaal iets te snappen heb je wel een minimum van empathie nodig, en dat is nu net wat ik mis bij Rudi Dierick en een aantal andere deelnemers van het forum. Dat vind ik zo eigenaardig, dat totale gebrek aan empathie met de gevoelens van kinderen in het algemeen en gekleurde kinderen in het bijzonder. Hoe hard kun je zijn?