3. okt, 2015

Grote zus

Mijn grote zus bazuint overal op misthoornsterkte haar laatdunkende meningen over vreemdelingen uit. Dat doet ze al dertig jaar en ze doet nog steeds of niemand het mag zeggen.

Dat mag ze doen, want het is een vrij land, zolang ze niet oproept tot haat. Ik heb het recht het niet met haar eens te zijn.

Zij is niet meer dan exemplarisch voor een algemene trend in Vlaanderen, die lijdt aan de indringende aanwezigheid van een corpus alienum: een vreemd lichaam.

Wat pijn doet is niet het corpus, maar het lichaam. Het voorwerp voelt niets. Het is ons lichaam dat reageert op de aanwezigheid van iets dat als oneigenlijk wordt ervaren. Zo kun je de reactie van de Vlaamse publieke opinie in zijn algemeenheid, en veralgemeniseerd, wel samenvatten. “Die rare mensen horen hier niet.”

Het verschil tussen Brussel en Vlaanderen is wat dat betreft immens. In de hoofdstad verkeer ik de hele tijd onder mensen van vreemde komaf, en ik ben er zelf in de minderheid als Brusselse Vlaming. Dat is iets wat velen blijkbaar afschrikt. Het gevoel ineens een vreemde te zijn in je eigen land dat wel overgenomen en bezet lijkt door een vreemde macht.

In de praktijk valt dat bijzonder goed mee.