24. jul, 2015

Uitstraling

Parijs

Het was een internationaal gezelschap.

Frederik Willem van Eeden (Haarlem, 3 april 1860 – Bussum, 16 juni 1932) kennen wij van zijn overbekende boeken, zoals De kleine Johannes (1887) en Van de koele meren des doods (1900).  In zijn tijd was hij echter ook een toonaangevend psychiater en voorstander van de psychotherapie. Als wereldverbeteraar hield hij zich later ook diepgaand bezig met taal- en begripskritiek.

Georges Maurice Debove (11 Maart 1845, Clignancourt – 19 November 1920) was  een toonaangevende professor in de interne geneeskunde en de pathologie.

Op 5 november 1885 vertrekt de 25-jarige Frederik van Eeden naar Parijs. Daar heeft hij een afspraak met deze Maurice Debove, om het te hebben over kunstmatige voeding bij tbc-patiënten, het onderwerp van zijn proefschrift, maar ze komen als snel op andere dingen.

De Franse gastheer is een leerling van Charcot, en toont Van Eeden enkele staaltjes van hypnose. Diens belangstelling is meteen gewekt.

Ontmoeting

Frederik verneemt dat Charcot elke dinsdagochtend in het Salpêtrière-ziekenhuis hypnose-experimenten uitvoert bij zijn hysterische patiënten. Na enige moeite weet Van Eeden een plek voor deze klinische les te bemachtigen. Met hem zit de vier jaar oudere Sigmund Freud in de collegebanken, die enkele weken vóór Van Eeden in de Franse hoofdstad is gearriveerd. Beide jonge artsen zijn onder de indruk van Charcots patiëntendemonstraties.

Net zoals Freud heeft Van Eeden al snel door dat het bij hysterie niet om een neurologisch lijden gaat, zoals Charcot beweert, maar dat het een psychisch fenomeen betreft.

Door deze kennismaking met hysterie verandert hun beider leven drastisch. In plaats van de neurologie zoals Sigmund Freud, of de interne geneeskunde zoals Frederik Van Eeden, kiezen ze het nieuwe beroep van psychotherapeut.

Praktijk

Van Eeden zal dit beroep jaren uitoefenen, en publiceert geregeld artikels erover, die ook nu nog prettig leesbaar zijn, in literaire veeleer dan wetenschappelijke tijdschriften, over uiteenlopende onderwerpen zoals het dubbel-ik, obsessies, hallucinaties, dromen evenals de beginselen en de praktijk van psychotherapie.

Intussen heeft de Franse psychiater en filosoof Pierre Marie Félix Janet (Parijs, 30 mei 1859 – aldaar, 24 februari 1947) zijn leermeester Charcot erop gewezen dat het bij hysterie niet om een neurologische afwijking gaat.

Hoewel het verschijnsel dissociatie eerder beschreven werd, was Pierre Janet de eerste die het klaar en op een systematische manier beschreef. Hij ziet het als het meest directe verdedigingsmechanisme bij overweldigende traumatische ervaringen. Hij toonde aan dat dissociatieve kenmerken optreden in een brede waaier van post-traumatische stress responsen, en daaronder valt volgens hem ook wat in de negentiende eeuw hysterie wordt genoemd.

Hij wist een brug te slaan tussen de academische psychologie en de klinische behandeling van psychische aandoeningen. Zodoende werd hij een van de stamvaders van de moderne psychiatrie.