17. jul, 2015

Magnetisme

Mesmer

We vertalen vandaag vrij uit de Franse wikipedia.

Een therapeutische relatie is het geheel van uitwisselingen tussen twee personen in het kader van professionele zorg ten behoeve van een van beiden, hetzij gezien als aanvulling op andere therapeutische handelingen, zoals het medisch voorschrift, hetzij gezien als waarde op zich, als een geprivilegieerde verhouding, die het draagvlak voor de therapeutische werkzaamheden vormt.

Het begrip therapeutische relatie verwijst naar de relationele dimensie van de zorgverstrekking, en kan dus op verschillende manieren benaderd worden. Je kunt de arts-patiëntrelatie bijvoorbeeld zien als een relationele ondersteuning van het geheel van medische en paramedische zorgen, met de bedoeling de samenwerking met de patiënt te bevorderen, die immers cruciaal is voor het welslagen van de behandeling, om even of die biologisch dan wel heelkundig van aard is, dan wel in het kader van een revalidatieproces plaatsgrijpt.

Deontologie

De kwaliteit van de therapeutische relatie is niet alleen van belang voor het bereiken van therapeutisch succes, maar is ook onderworpen aan belangrijke ethische vereisten, die terug te vinden zijn in de deontologische codes van hulpverleners in het algemeen en artsen in het bijzonder. Die zijn van des te groter belang naarmate er een machtsverhouding bestaat tussen arts en patiënt. Om dat onevenwicht te herstellen is er een bijzondere ingesteldheid bij de arts vereist, die maakt dat hij van zijn positie geen misbruik maakt.

Een andere opvatting houdt er een nauwer omschreven definitie van de therapeutische relatie op na, en ziet die als een verbond, een therapeutische alliantie, die op zich het hoofdbestanddeel van de zorg uitmaakt, en centraal staat in het therapeutisch handelen. Dat is het geval in de psychotherapie en ook in de psychoanalyse voor zover de psychoanalist de analytische arbeid ziet als een bijdrage tot een zorgsituatie.

Dit wijst er al op dat de opvattingen rond de therapeutische relatie een bijzonder karakter krijgen wanneer het gaat over de behandeling van geestelijk lijden.

Geschiedkundig

Reeds ten tijde van Hippocrates wordt de menselijke relatie als zorgfactor erkend. Op het einde van de achttiende eeuw komt een stroomversnelling op gang.  Mesmer, met zijn zogeheten dierlijk magnetisme, (magnétisme animal) werpt een nieuw licht op de verhouding tussen de persoon van de gemagnetiseerde en de magnetiseur.

Franz Anton Mesmer (Iznang, 23 mei 1734 – Meersburg, 5 maart 1815) was een Duits arts en astroloog. Hij ontdekte wat hij het dierlijk magnetisme noemde en waarnaar later vaak gerefereerd werd als mesmerisme. De ontwikkeling van Mesmers ideeën en praktijken leidde James Braid (1795-1860) tot de ontwikkeling van hypnose in 1842.

Omtrent deze Mesmer ontdekten we terloops nog volgende leuke anekdote. Na zijn promotie huwde hij een welgestelde weduwe en installeerde zich als arts in Wenen. Hij betrok een riante woning en wierp zich op als mecenas. Toen de opvoering van de eerste opera Bastien und Bastienne van de toen twaalfjarige Wolfgang Amadeus Mozart werd verboden, bood Mesmer zijn eigen tuin aan voor de productie. Mozart zou de naam van Mesmer later vereeuwigen in de opera Così fan tutte.