24. mrt, 2015

Rubenstein

Ik heb volgend citaat vandaag in mijn dagboek overgenomen en ik geef het jou ter overweging.

Volgens Richard L. Rubenstein kennen we de God van de gewijde geschiedenis, “ als opperste koning, een vader, een schepper, een rechter, een maker. Wanneer hij de wereld schept doet hij dat op een mannelijke manier, en produceert hij iets buiten zichzelf. In essentie blijft hij buiten de schepping en hij velt vandaaruit een oordeel over het resultaat van de creatieve processen die hij in gang heeft gezet. Gezien als grond en bron echter schept God zoals een moeder doet, in en door haar eigen substantie. Als de grond voor het bestaan neemt God deel aan al de vreugden en smarten van het drama van de schepping, dat terzelfdertijd de diepste uitdrukking van het goddelijke leven is.”

In mijn dagboek past dat in een verhaal over Plotinus en Augustinus die verantwoordelijk zijn voor ons Godbeeld.