22. feb, 2015

Gezinsuitbreiding

Leuk je antwoord te lezen. Het is heel goed dat we dit middel hebben om met elkaar te communiceren. Hier staan we niet onder de invloed van de arts-patiëntrelatie. Zo heb ik meer vrijheid van spreken.

Je bent verstandig genoeg om niet verslaafd te worden. Voor mij ben jij een (toekomstige) moeder met een vaderschapscrisis. Jij wil toch altijd graag alles benoemen? Pas als de juiste benaming gevonden is, kom je tot rust. Tenzij het een onrustwekkende naam is.

We hebben het over samen ouders worden. Daarbij zijn de rollen ongelijk verdeeld. De ene heeft het kindje in de buik en de andere niet. Toen ik naar school ging noemden we de ene nog de moeder en de ander de vader. Nu heb je ook meemoeders, plusmoeders en adoptiemoeders. Die ene moederfiguur is ontploft tot een zwerm van allerlei mogelijke ouderrolinvullingen.

Er is ook bij de heteroseksuele medemens een fundamentele ongelijkheid wanneer het op de voortplanting aankomt. Hoe dan ook is het kind aanvankelijk dichter bij de moeder dan bij de vader. Eerstgenoemde heeft een lengte voorsprong in de opbouw van de intieme band tussen ouder en kind. De vrucht zit nu eenmaal in de baarmoeder en die zit in de moeder en niet in de vader.