10. feb, 2015

Artikel

In Groningen geldt lidwoordplicht.

In elke regel van gedicht,

Moet steeds zo’n woordje prijken,

En daar valt niet van af te wijken.

Het is daar onverdroten plicht.

 

Met wenkbrauwfrons mogen ze kijken,

Naar lidwoordloze dichtpraktijken,

Met toorn en woede op gezicht,

In Groningen.

 

De rederijkers zijn ontsticht.

Het is een zaak van groot gewicht.

Desnoods gaan ze er over lijken,

Om lidwoordgaten in te dijken,

En menig dichter is gezwicht,

In Groningen.