1. apr, 2015

Zedelijk

Gij zult

De categorische imperatief van Immanuel Kant.

Voor Hannah Arendt staat het buiten kijf dat we in donkere tijden dreigen terecht te komen zo gauw we ophouden wezenlijk na te denken, en niet meer in staat zijn rond de tafel plaats te nemen. Onze aandacht mag niet verslappen, aangezien het kwaad dat in elk van ons schuilt, voortdurend op de loer ligt, en als we niet opletten telkens weer de kop opsteekt.

We mogen ons de vraag stellen, en Arendt geeft er geen antwoord op, of het gesprek aangaan, en begaan zijn met de wereld op zich, voldoende zijn om betere daden te stellen, en allen samen een betere wereld op te bouwen. Leidt die interactie altijd tot het gewenste resultaat? Of is dat te optimistisch?

Vergoelijking

Ook diegenen die het kwaad begaan, kunnen zich op zedelijke principes beroepen.

Adolf Eichmann zelf verklaarde tijdens zijn eigen proces opmerkelijk genoeg dat hij altijd getracht heeft de categorische imperatief van Immanuel Kant na te leven.

Dit invloedrijke begrip is niet helemaal precies gedefinieerd.

Onder de categorische imperatief verstaat Kant luidens wiki de leidraad van het zedelijk bewustzijn, dat zich zowel van zijn eigen menselijke vrijheid als van de zedelijke vrijheid van alle andere mensen bewust is, los van elk praktisch doel, want dat behoort tot de sfeer van de hypothetische imperatief.

De categorische imperatief is minstens op een aantal manieren geformuleerd. De ene is dat je alleen volgens een regel moet handelen, waarvan je zou willen dat het de algemene regel was. Je dient met andere woorden te handelen zoals je zou wensen dat iedereen zou handelen. De andere formulering is dat je de mensheid nooit slechts als middel, maar altijd als doel dient te beschouwen. Volgens Kant komen deze twee imperatieven op het zelfde neer, en de uitkomst van beide is hetzelfde.

Tegelspreuk

Arendt verwijt Eichmann dat hij de verkeerde conclusies uit Kant trekt. Hij erkent de gulden regel niet. Met regula aurea (Engels: golden rule) wordt een oude en wijdverbreide stelregel van de praktische ethiek bedoeld: “Behandel anderen zoals je door hen behandeld wil worden.” Het gebod der naastenliefde (Lev 19:18) in de Bijbel is een goed voorbeeld van een algemeen geldende en begrijpelijke gedragsregel die in wezen de gouden regel weergeeft.

“Gij zult niet wreken, noch toorn behouden tegen de kinderen uws volks; maar gij zult uw naaste liefhebben als uzelven; Ik ben de Heere!”

In het Nederlands kennen we de zegspreuk: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet.” Soortgelijke leerstellingen zijn vanaf de 7e-eeuw v.Chr. te vinden in uiteenlopende cultuurgebieden zoals China, India, Perzië, het oude Egypte en Griekenland.

 

 

Afbeelding: Auschwitz Birkenau. Eigen foto.