28. mrt, 2015

Bonus Malus

Goed en kwaad

Wat kan Kant kennen?

Immanuel Kant (1724–1804,) destijds nauwelijks 22 jaar oud, reageerde met drie stukken op de aardbeving in Lissabon. Twee daarvan verschenen in het Königsbergse weekblad, ‘Frag- und Anzeigungsnachrichten,’ het plaatselijke advertentieblad zeg maar. De titels vormen meteen het programma: „Von den Ursachen der Erderschütterungen bei Gelegenheit des Unglücks, welches die westlichen Länder von Europa gegen das Ende des vorigen Jahres betroffen hat" en "Fortgesetzte Betrachtung der seit einiger Zeit wahrgenommenen Erschütterungen").

Een derde artikel verscheen omwille van de grote omvang zelfstandig: "Geschichte und Naturbeschreibung der merkwürdigen Vorfälle des Erdbebens, welches an dem Ende des 1755sten Jahres einen großen Teil der Erde erschüttert hat".

Nuchter

Kant, die net dat jaar zijn Allgemeine Naturgeschichte und Theorie des Himmels (1755) in het licht had gegeven, schrijft hier niet slechts als (natuur-)filosoof, maar gaat uit van een nuchtere beschrijving van de voorvallen tijdens de aardbeving, aan de hand van de persberichten waarover hij beschikte. Hij laat de toenmalig bekende verklaringen de revue passeren en was zelf geneigd een chemisch proces als oorzaak van het verschijnsel aan te nemen.

Metafysische speculatie omtrent bovennatuurlijke beïnvloeding wijst hij van de hand, maar de positie van de mens tegenover de ontketende natuurwetten, de onafhankelijk van ons evolueren, hield hem bezig.

Malum

Kant legt daarmee een van de grondvesten voor de wetenschappelijke kennis omtrent aardbevingen, die naar aanleiding van de gebeurtenissen in Lissabon een sterke groei kende.

Kant stelt voor door ons handelen te proberen de gevolgen van de schade te beperken. De aardbeving vormt een malum physicum, een natuurkundig kwaad, dat we niet in de hand hebben, maar we kunnen wel kiezen hoe we met de gevolgen omgaan, en we kunnen proberen ervoor te zorgen dat het zedelijke kwaad, het malum morale, zo gering als mogelijk blijft.

Hij gelooft echter niet dat minder malum morale nu, ertoe zou leiden dat er minder malum physicum in de toekomst ontstaat, zoals de toenmalige moraaltheologen dachten.

Kant maakt hier een duidelijk onderscheid tussen de twee categorieën, die een verschillende oorzaak hebben. Het ene staat los van het ander. Er is geen sprake van bovenaards tussenkomen. Waar het hem om gaat, is op grond van een vorm van holistisch humanisme, blijk te geven van mededogen voor de lijdende mens die het slachtoffer is geworden van het natuurgeweld. Wij mensen hebben de kans en in wezen ook de plicht juist wanneer het om op grond van natuurcatastrofen nauwelijks beïnvloedbaar lijden gaat, het toegebrachte leed zo klein mogelijk proberen te houden. 

 

 

Bron: http://sammelpunkt.philo.at:8080/1545/1/Kant_und_das_Erdbeben_von_Lissabon.pdf

Afbeelding: Immanuel Kant, staalgravure door J.L. Raab, naar een schilderij uit 1791 door Gottlieb Doebler