27. mrt, 2015

Gij zult

Niet doden

De ontdekking van het kwaad leidt naar de ontwikkeling van het zelfbewustzijn.

In de zeventiende eeuw leidde de discussie over de grote aardbeving van Lissabon tot een moreel onderscheid dat we vandaag - iets te lichtvaardig - als vanzelfsprekend beschouwen: het verschil tussen natuurlijk en moreel kwaad. De schade die natuurrampen aanrichten, door toedoen van fysische wetten, is heel andere koek dan de schade die de ene mens over de andere afroept.

In het laatste geval is het kwaad immers het gevolg van een wilsdaad, op grond van vrije keuze. In dat geval gaat het kwaad gepaard met verantwoordelijkheid en schuld, die individueel, maar vooral ook collectief kan zijn, toch als het kwaad massaal wordt.

Uitbreiding

In het uiterste geval zijn we allemaal medeschuldig.

De schuld van de dader grijpt over naar de omstaanders die niets deden om in te grijpen en dijt uit in latere generaties. We delen allemaal in de sinistere erfenis van de holocaust en de verantwoordelijkheid ervoor, die niet beperkt blijft tot nazifiguren. We mogen ons allemaal de vraag stellen in hoeverre die nalatenschap ons in ons menszijn treft.

Susan Neiman onderscheidt twee fundamentele stromingen in de ontwikkeling van de moderne filosofie. De ene lijn, van Rousseau tot Arendt, meent dat de moraal vereist, dat we het kwaad begrijpelijk maken, terwijl de andere, van Voltaire tot Adorno, met hetzelfde recht van spreken eist dat het kwaad juist onbegrijpelijk zou blijven, en dat op even goede morele gronden.

Locus

Neiman schrijft mooi en meeslepend over de verschillende pogingen die de moderne filosofie in de loop van de geschiedenis ondernam om het probleem van het kwaad onder de knie te krijgen. Er is in de achttiende eeuw een moment geweest dat de naam Lissabon een onheilspellend gevoel opriep, een beetje zoals Auschwitz vandaag. De naam van een plaats die gelijk staat met het verlies van het grondvertrouwen in de wereld, en de teloorgang van de grondslag waarop de ontwikkeling van de beschaving berust.

We mogen daar nu met een stukje weemoed naar terug kijken. Gelukkig die tijd dat een aardbeving het toppunt van het kwaad vormde. De natuurramp stelde de verantwoordelijkheid van God in vraag, maar niet die van de mensheid. Dat is wellicht het grote verschil met wat er in de twintigste eeuw gebeurde.

Auschwitz gebeurde net nadat God was verklaard in naam van een heidense staatsorde die niet hoog met het Christendom opliep. Het gaat in wezen om een atheïstisch regime dat probeert een godsdienst te vernietigen door de aanhangers uit te roeien.

 

Afbeelding: Weergave van de kracht van de tsunami die na de aardbeving optrad.