19. mrt, 2015

Glans

In en uit

We kunnen God niet betasten, maar we kunnen wel zijn afdrukken vinden.

Augustinus herinnert de lezer er telkens aan dat het Imago Trinitatis (de menselijke ziel) niet goddelijk is, en ook dat het volledige zien of begrijpen van God niet in dit leven kan worden bereikt. Het wezen van de Heilige Drie-eenheid is oneindig en overstijgt elk menselijk begrip. Wij mogen hopen dat wij dit visioen in het hiernamaals mogen ervaren, in een versterkte en volmaakte mate, wanneer het Imago Trinitatis door Gods genade wordt vernieuwd en herschapen.

Dat is in een notendop de God van Augustinus. Kenmerkend is de grens die we bij leven niet kunnen overschrijden: het niet bij machte zijn God te doorgronden. Het is grotendeels ook de God die ik me kan herinneren uit de godsdienstlessen. Dat is geen toeval. Zijn visie is de centrale pijler van de Latijnse kerk en nog altijd in elke catechismus terug te vinden. Hij wordt terecht als een van de founding fathers van onze beschaving beschouwd.

Affectie

Maar er is meer aan de hand. Behalve deze theoretische benadering zit er ook een affectieve kant aan vast. In zijn Belijdenissen spreekt Augustinus God aan als Gij, in de tweede persoon enkelvoud. Zoals in dit lange citaat, vrij vertaald uit een statige Engelse versie:

“Te laat heb ik U lief gehad, O Schoonheid zo oud en zo nieuw, te laat heb ik U lief gehad Want zie, Gij waart vanbinnen, en ik was uit en ik zocht u overal buiten. Liefdeloos ging ik mijn gang tussen de aantrekkelijke dingen die Gij hebt geschapen, maar deze dingen hielden mij ver van U, ook al bestonden ze geheel niet, tenzij ze in U waren. Gij riep en sprak met luide stem en brak mijn doofheid open. Gij glansde en schitterde en verdreef mijn blindheid. Gij ademde liefelijke geuren en ik hield mijn adem in, en nu smacht ik naar u. Ik proefde en nu  word ik honger en dorst gewaar. Gij hebt mij aangeraakt en mij brandt het naar Uw vrede.”

Gij

Augustinus spreekt God rechtstreeks aan en de lezer kan meeluisteren, en komt onder de indruk van de toon die hier aangeslagen wordt, op een eerbiedvolle toon, maar vol van gevoel en ontzag. God is een Gij hier, en zijn aanwezigheid wordt hier sterk invoelbaar, ook voor iemand die zelf niet zo in een persoonlijke God gelooft. Je hoeft er ook niet in te geloven, om onder de indruk te komen van wat hier gebeurt.

In zekere zin is Augustinus de eerste moderne mens, die zich kwetsbaar toont, door zijn innerlijk leven op schrift prijs te geven. Een mens met een inwendige ruimte, het innerlijk dat hij als een van de eersten in onze traditie verkent en in kaart brengt.

 

 

Afbeelding: Jose de Ribera, Heilige Drievuldigheid.