27. okt, 2017

Bron

Mythologie

Het is allemaal in de nevelen van de mythe gehuld: Hephaestos, de manke maar ‘sterk-armige’ God die een schild maakt dat de toenmalige werkelijkheid weergeeft. Homerus die het beschrijft alsof hij het met eigen ogen heeft gezien, in een aantal taferelen die de toenmalige wereld samenvatten.

Het kan niet anders of het is allemaal in miniatuur afgebeeld, om op het schild te kunnen, dat zwaar om tillen moet zijn geweest, met al dat tin en goud. Je kunt je dat niet voorstellen dat zoiets ooit bestaan heeft, een schild met ook nog alle andere dingen die Homerus beschrijft. Waar het om gaat is dat een verhaal zelf tot beeld wordt, een beeld dat een eigen verhaal vertelt.

Het lijkt wel of het schild van Achilles bewegende beelden weergeeft. Redelijk kras voor een smid, of een dichter, om dat allemaal af te beelden. Het gaat niet meer om het schild maar om de poëtische beschrijving ervan, een schild dat bestaan zou kunnen hebben, in een wereld waarin er geen beperkingen zijn aan het gewicht dat de krijger kan tillen, of het oppervlak dat ter beschikking staat.

Het is conceptuele kunst mag je wel zeggen: beschrijven hoe het werk eruit moet zien, zonder het te moeten realiseren. Best wel sterk voor een tekst die zo oud is. Volgens recent onderzoek (Mark Pagel) zou Homerus hem zowat 2800 jaar geleden opgeschreven hebben, meer bepaald omstreeks 762 voor Christus. Dat maakt hem ouder dan de Bijbel.

Dit precieze jaartal is het resultaat van taalonderzoek. De onderzoekers vergeleken de taal die Homerus in zijn Ilias gebruikt met het moderne Grieks en de taal van de Hettieten, een uitgestorven taal die tussen 1600 en 1200 voor Christus gesproken haar hoogtij beleefde. Ze  keken welke woorden in de werken van Homerus en in het moderne Grieks en de taal van de Hettieten terugkwamen.

De snelheid waarmee verschillende woorden veranderen, namen ze in hun analyse mee. Het onderzoek levert overtuigende resultaten op. De wetenschappers zijn voor 95 procent zeker dat Homerus zijn meesterwerken tussen 376 en 1157 voor Christus aan het papier toevertrouwde. Het getal 762 ligt daar netjes tussenin. De gebeurtenissen die Homerus beschrijft echter, die gaan wel terug tot wel de twaalfde eeuw. Daartussenin zit een periode dat deze literatuur alleen van mond tot oor werd overgeleverd.