23. okt, 2017

Oever

Smidse

Langs de dichterlijke rivier, een “breed water dat door een landschap stroomt,” volgens een woordenboekdefinitie, groeit riet, en dat is wat Guido Gezelle en Homerus samen brengt. Intrigerend vond ik die vermelding van Hom. Il. XVIII, 576. Ik ben het gaan opzoeken.  “Παρα ροδανον δοναχηα” Para rodanon donachea.

In het Engels is de passus  prachtig vertaald als “and with lowing hasted they forth from byre to pasture beside the sounding river, beside the waving reed.” In de online te raadplegen vertaling van Ben Bijnsdorp, klinkt het als volgt:

 

Ook beeldde hij een kudde rechthoornige runderen af:

de runderen waren gedreven uit goud en uit tin

en onder geloei renden zij uit de stal naar de wei

langs de ruisende stroom en het wiegende riet.

Vier gouden herders volgden de runderen

en met hen liepen negen honden mee met snelle poten.

 

Het fragment komt uit een nevenplot van de Ilias van Homerus, waar we Hephaestos, de vulkanische God, bezig zien terwijl hij het schild van Achilles smeedt in zijn onderaardse smidse. Het is een zeer bijzonder schild, versierd met landelijke taferelen, die het leven van toen samenvatten, waaronder dat beeld van die opgetogen koeien die vrolijk naar de weide vertrekken in het vooruitzicht van een malse maaltijd, langs de gnuivende rivier om bij het thema te blijven.

‘Mit wenigen Gemälden machte Homer seinen Schild  zu einem Inbegriff von allem, was in der Welt vorgeht.‘ Gotthold Ephraim Lessing in ‘Laokoon oder Über die Grenzen der Mahlerei und Poesie’ (1766)  Het schild van Achilles met al zijn versieringen, dat we alleen via Homerus kennen, beeldt in miniatuur de leefwereld van toen af, in de hele scala van vrede naar wreedheid, want om de hoek loert gevaar, zoals meteen zal blijken.

Hoe de kunst het leven van vroeger, toen er nog leeuwen waren weer in de herinnering brengt. Dat alles afgebeeld op een schild, in verschillende metalen.