11. okt, 2017

Man en vrouw

Hij of zij

Rivieren kunnen mannelijk of vrouwelijk zijn. Het Frans kent de vrouwelijke la Seine, la Somme en la Loire, maar er zijn l’Escaut, le Rhin en le Rhône die mannelijk zijn. Het gedicht is tamelijk vol van toon, nabij, maar niet over de rand van nadrukkelijk. Het beschrijft een rivier die zich tussen dijken breed een weg naar zee schuurt.

Zelf vertelt Chris: “ik ging in de keuken op de kruk zitten. Hier zit ik vaak, met de bundels van Mark Strand en Tomas Tranströmer. Ik bladerde een beetje en las toevallig Tranströmers regel 'Hier is het portret van een man die ik gekend heb'. Ik parafraseerde die regel en daarna ontstond het gedicht. Het stroomde uit me. Ik dacht aan de Lek (verwijzing in regel 2) en de Waal (de brede rivier waarin de regenwolken spiegelen) en ik dacht aan een boek dat zoiets heet als 'de rivier die stroomopwaarts ging'.”

De kracht van het water.  Een lome kolos die ook verraderlijk kan zijn. Dan kun je maar beter een oliejas aan hebben. Soms is er de terugslag van voorbijvarende schepen en dan lijkt het even of het water de verkeerde kant op stroomt. Dit verschijnsel wordt door de dichter uitgewerkt om de dichterlijke blik stroomopwaarts, helemaal terug tot aan de bron te richten.

In de laatste strofe stroomt alles weer naar beneden in verhevigde mate. De rivier sleurt nu bomen mee en maalt in kolken, iets waar je toch van schrikt in het lachende Hollandse landschap dat we tot dusver in het gedicht meenden te ontwaren.

De rivier krijgt persoonlijke trekken, of wordt toch voorgesteld als een wezen met een wil en een wens, namelijk zich in zee uit te storten. Een nukkig karakter, dat maar een doel voor ogen heeft, zich naar zee te begeven, en daarbij geen acht slaat op een handvol losgerukte bomen of wat dan ook voor meegesleept puin.

Hier kun je natuurlijk ook de vraag stellen hoeveel bomen de dichter heeft zien drijven, of beweert dat gedaan te hebben. Hoeveel kolken en welke? In Nederland? Komt dat voor dat de Lek en de Waal zo te keer gaan, en losgerukte bomen meesleuren?

Een dichter mag alles, maar de lezer mag zich afvragen in hoeverre het verhaalde werkelijk waargenomen is, en waar de verbeelding begint. Wat heeft de dichter gezien?