3. okt, 2017

Watermolen

Ten Geleide

Het is zeker al vijftien jaar dat onze dichtersclub Myriade bestaat. Vijf dichters (m/v) die enkele keren per jaar gedichten schrijven, op een thema dat een van hen om de beurt aangeeft. Meer is het niet, maar het duurt al meer dan vijftien jaar. Het jongste thema ‘de Rivier,’ is net afgewerkt, en voor een keer voelde ik me geroepen om toestemming van de andere leden te halen, teneinde hun inzendingen op deze website kenbaar te maken.

Behalve mezelf zijn de leden van onze club, in volgorde van verschijnen:

  • ·         Myriam Gommers-Simonis
  • ·         Marijke Kemps-Oomen
  • ·         Chris Coolsma
  • ·         Frans Terken

Ik dank hen allen zeer voor de toestemming hun werk hier weer te geven. Ik put daarbij ook uit de besprekingen, om het een beetje te kaderen en om er een verhaal van te maken. Ik heb deze cyclusaflevering met veel genoegen bewerkt, omdat ik meer dan andere keren het gevoel had dat het geheel goed in elkaar past, zodat je er eigenlijk iets meer zou kunnen mee doen.

Het is een opwelling die ontstond, bij de lezing, de herlezing, en de hernieuwde herlezing, want dat is wat je bij het bespreken doet: elkaars teksten herlezen, vaak met groeiende pret, zoals deze keer. Close reading heet dat, teksten ontrafelen. Een waar genoegen voor de ware bezetenen van het woord die dichters zijn.

We steken van wal met de bijdrage van Myriam, met als het ware twee amuses, die los van elkaar moeten gezien worden. Het eerste is tamelijk kort en ik zal de pointe hier niet verklappen, maar ik kom er op terug.

Het andere bestaat uit twee haiku’s. Dat was me ontgaan tot Myriam zelf er me attent op maakte. Het vormt een uitmuntende prelude op wat volgt.