15. mrt, 2015

De mens op zoek.

"Alles gebeurt op tijd en uur, zo gaat dat hier beneden. Baren en sterven, planten en uitrukken; alles heeft zijn tijd. Slaan en genezen, afbreken en opbouwen; alles heeft zijn tijd. Huilen en lachen, rouwen en feesten, omhelzen en afweren; alles heeft zijn tijd. Stenen werpen, stenen rapen, het spoor zoeken en bijster raken, bewaren en verspillen, scheuren en aaneenrijgen, alles heeft zijn tijd. Ja, alles gebeurt op tijd en uur, zwijgen en spreken, liefhebben en haten, oorlog en vrede; alles heeft zijn tijd. Maar getroost dan de zwoeger zich geen moeite voor niets? Zo leerde ik begrijpen dat God al dat slaven en draven tot een taak voor de mensen heeft bestemd, en al wat Hij tot stand bracht, het dient altijd ergens toe. Zo ligt Gods eeuwigheid in het mensenhart besloten, en toch zal de mens de werken van God nooit van het begin tot einde doorgronden. En ik begreep het: Een mens kan niet beter doen dan blij van zijn leven genieten. Want het is een gave van God dat we kunnen eten en drinken en gewin hebben van ons getob. Toen zag ik het in: Wat God doet houdt stand. Niemand draagt daaraan bij, geen mens doet daar iets aan af. Zo eerbiedigt men God in zijn werk. Wat nu bestaat was vroeger al, wat nog zijn zal, heeft reeds bestaan: Want al wat voorbij trekt, God roept het als nieuw tevoorschijn.
"

Prediker (3, 1-16.)