14. feb, 2015

Nachtegaaltje

Nachtegaeltjen !
Uw soet taeltjen
Hoort men heele dagen langh:
Noch het dalen
van de stralen
En beletten uwen sangh.
Weêr het luyster
Is, oft duyster,
Ghy fluyt altijdt even seer;
Ghy blijft singhen
Ende klinghen,
Ghy looft altijdt uwen Heer.

Nachtegaeltjen !
Leen me uw taeltjen,
Opdat ik Godt nacht en dagh,
Soo in lijden
Als verblijden,
Loven ende dancken mach.
Leer my loven
Godt daer boven,
AI lijd' ick beneden pijn,
Als het schijnen
Gaet verdwijnen
Van den blijden sonne-schijn.

'k Wil by daghen
Godt behaghen,
Als de son schijnt van geluck,
'k Wil oock trachten
Godt by nachten
Lof te singhen in den druck.
Sijn lof-sanghen
Sullen hanghen
Op mijn tongh tot 'aldertijdt;
'k Sal een dinghen
Altijdt singhen :
« Heere! zijt ghebenedijt. »

Daniel Bellemans (1641-1674)