18. jan, 2015

Woordvoerders

Aanklacht

Oproepen tot haat mag niet.

De Joodse gemeenschap lijkt veel beter georganiseerd dan de moslims, als het erom gaat de groepsbelangen te verdedigen, en ze komen altijd goed beslagen op het ijs. Hun woordvoerders laten geen gelegenheid onverlet om antisemitische uitlatingen en gedragingen aan te klagen, en gelijk hebben ze.

Tijdens de vorige eeuw is maar al te duidelijk gebleken waarom dat zo nodig is, en ook nu weer. De slachtoffers van de koosjer winkel in Parijs zijn gestorven om de simpele reden dat ze zich in een handelszaak bevonden die herkenbaar Joods is. Dat is nog wat anders dan de redactieleden van Charlie Hebdo die werden aangevallen om iets wat ze hadden gedaan, wat door bepaalde moslims als kwetsend wordt ervaren.

Schande

Er is een subtiel onderscheid tussen de twee soorten slachtoffers.

Het is natuurlijk onaanvaardbaar dat de cartoonisten en journalisten worden neergeschoten, maar het is nog veel schandelijker dat eenvoudige mensen worden vermoord, alleen maar omdat ze tot een bepaalde groep behoren.

Er is een onderscheid te maken, tussen aangevallen worden omwille van iets wat je hebt gedaan, dan wel om datgene wat je bent. Dat is een onrecht dat niet genoeg kan aangeklaagd worden, omdat het een vorm van onmenselijkheid is die niemand kan goedkeuren, onafhankelijk van welke geloofsovertuiging die je bent toegedaan.

 Het is goed dat er mensen zijn die voortdurend op het vinkentouw zitten om elk teken van antisemitisme aan te klagen. Dat doen de Joodse woordvoerders over het algemeen voortreffelijk.

Mediafiguur

De moslimwereld moet het zonder een dergelijke verdediging stellen. De woordvoerders zijn vaak mensen in een folkloristische klederdracht, die niet bij machte zijn gebleken een doeltreffende argumentatie ter verdediging te ontwikkelen, met hier en daar een uitzondering zoals Dyab Abou Yahyah (foto.)

Dat is een van de zeldzame figuren die het verstond met de Westerse media om te gaan, en die in staat is om met gelijke wapens te strijden en de conflicten in de media in plaats van met geweld uit te vechten.