14. jan, 2015

Eer

Weerwoord

Het is een kwestie van botsende belangen.

Iedereen van ons kan klacht tegen derden indienen wegens laster en eerroof, wanneer hij of zij meent in zijn of haar eer aangetast te zijn. Je mag iemands reputatie niet om zeep helpen door leugens en valse beschuldigingen te verspreiden, want dit brengt een ander daadwerkelijke schade toe.

In wezen is dat een inperking van de vrije meningsuiting, maar die moet er zijn, aangezien de vrijheid van de ene ophoudt waar die van de ander begint. De samenleving moet het tot een van haar basisplichten rekenen de zwakkeren tegen de sterkeren te beschermen, en allerlei vormen van onderhands geweld de pas af te snijden.

Vrijspraak

Dat geldt voor individuen en ook voor groeperingen.

Inzake de controverse omtrent de Mohamed-cartoons heeft het gerecht in mijn ogen versaagd.

Uit het eergisteren geciteerde opinieartikel in De Morgen kon ik lezen dat de juridische weg is in verband met de Deense cartoons indertijd bewandeld, en ook in Frankrijk zou er een proces zijn gehouden waarbij de aangeklaagde cartoonisten telkens werden vrijgesproken. Ik vind het jammer dat daar niet de gelegenheid is gegrepen om de grenzen van wat mag en niet mag nauwer af te lijnen.

Wanneer de rechters een bepaalde mening zijn toegedaan treden zij op als een openbaar ambt. Als zij een mening uitspreken, dan binden zij de staat en is het niet langer meer een conflict tussen twee groepen. Dit kan overkomen, vanuit moslimstandpunt gezien, als een weigering de gevoeligheden van deze bevolkingsgroep de bescherming te onthouden die andere groeperingen wel genieten.

Draagwijdte

Wanneer je wilt kwetsen en beledigen, moet je wel goed bewust zijn van de draagwijdte van je handelen. Als het nodig blijkt om bij het verleggen van de grenzen van het welvoeglijke, steeds weer tegen dezelfde bevolkingsgroep op de korrel te nemen, mogen we toch spreken van een systematische hetze. Dat is een vorm van geweldpleging, zij het per potlood en drukpers.

Het gaat hem immers niet zozeer om die tekening, op zich, die redelijk onschuldig is, zolang het maar een tekening is, maar die een wapen wordt op het ogenblik dat iemand beslist, die tekening op een industriële schaam te verspreiden. Daar schuilt nu de kracht van de media in: het vermogen een bepaalde inhoud binnen korte tijd over een groot aantal mensen te verspreiden.

 

 

Afbeelding: Jud Süss (1940) affiche voor antisemitische nazifilm.