9. jan, 2015

Vonnis

Vrij en ongedwongen

Het idee van euthanasie voor gevangenen is toch wel griezelig.

Wordt hier niet een grens overschreden die beter onverlet was gebleven? Opent dat niet de weg voor een optocht van soortgelijke gevallen? Wanneer het principe een keer aanvaard is, kunnen we ons voorstellen dat er nog meer van die vragen komen, en dat de interpretatie van de wet wellicht soepeler zou kunnen worden.  Zijn we dan niet op weg naar het uitroeien van veroordeelden?

“Is dat dan niet de tersluikse terugkeer van de doodstraf?” zo vraagt een geïnterviewde rechter zich af. We kunnen ons immers wel voorstellen; dat het voor een kwaadwillende overheid een koud kunstje zou zijn, de veroordeelden op allerlei subtiele manieren ertoe te pramen, een aanvraag tot levensbeëindiging in te dienen, met als enige bedoeling van hen af te komen.

Autonomie

De geest van de wet die de euthanasie regelt in ons land, is heel duidelijk erover dat niemand kan beslissen over de euthanasie van iemand anders, tenzij bij bijzondere machtiging. Juist daarom is euthanasie bij wilsonbekwame personen niet mogelijk, met name omdat ze niet meer zelf hun wens kenbaar kunnen maken. In dat geval kan alleen een persoon die door de betrokkene daartoe in tijden van geestwelzijn werd gemachtigd, een beslissing omtrent levensbeëindiging nemen.

Daar bestaat een procedure voor. De papieren die daarvoor nodig zijn, kan iedereen gemakkelijke downloaden van de website van de vereniging voor “Recht op Waardig Sterven” (RWS.)

Vraag

In hoeverre kunnen mensen die door de rechtbank van hun vrijheid beroofd zijn, in alle gewetensvrijheid en zonder morele dwang over hun levenseinde beslissen?

Daar ben ik nog niet helemaal uit, moet ik zeggen. Zelf zou ik wellicht weigeren, als arts, aan euthanasie in deze omstandigheden mee te werken, al vind ik terzelfder tijd wel dat iedereen het recht heeft gehoord te worden, ook als het om strafrechtelijke gevangenen gaat. We kunnen de bede ook niet naast ons neerleggen.

Deze man heeft een onvervreemdbaar recht dat elke mens heeft, namelijk op medische hulp. Hij dient in de gelegenheid te verkeren een arts aan te spreken die naar hem luistert. De geraadpleegde arts moet dan in eer en geweten vaststellen of dat er een uitzichtloze situatie bestaat in de zin die de wet heeft bedoeld, en maatregelen nemen die overeenkomen met de conclusies.

 

 

Afbeelding: Arria en Paetus, beeldhouwwerk van Pierre Lepautre en Jean-Baptiste Théodon, Musée du Louvre.