30. nov, 2014

Besluit

Het einde van de mystiek

Het mystieke discours puurt een mythe uit een detail.

We hebben de parallel tussen de geschiedschrijving en de methode van Sigmund Freud eerder deze maand al besproken. Dit zal trouwens de laatste bijdrage zijn omtrent het thema aangezien het de laatste dag is van de maand. Tijd om te besluiten.

We hebben gezien dat het dagelijkse leven borrelt en bruist van “de vertrouwde verontrusting” van het unheimliche. De moderne samenleving brengt mee dat we voortdurend blootstaan aan de Ander. De verontrustende vertrouwdheid vinden we terug, wanneer we omkijken naar de moderne mystici van de zeventiende eeuw.

Discours

Het vertoog van de mystici bijt zich in het detail vast, schudt eraan, vermenigvuldigt  en vergoddelijkt het. Het schept zijn eigen historiciteit. Om hen te begrijpen, is het nodig te beseffen hoe anders hun tijdgebruik was dan die van ons.

De terugkeer in de tijd op zoek naar een waarheid die verborgen is gebleven, doet aan de psychoanalyse denken. Certeau gaat echter nooit zover dat hij de verschijnselen die hij bestudeert, en die gaan van de bezeten nonnen van Loudun naar de loutering van Pater Surin, zou terugbrengen tot een moderne wetenschappelijke of psychoanalytische verklaring.

Op het einde van de rit is de kloof tussen de psychoanalyse en de mystici van de zeventiende eeuw zo groot, en het taalgebruik, net zoals het besef van tijd en ruimte zo veranderd, dat we ons ervoor moeten hoeden het verleden te meten met de maatstaf van vandaag.

Optiek

Voor je kunt weten wat de geschiedenis over een samenleving zegt, moet je kijken hoe de geschiedschrijving er functioneert: in een breder kader, dat alleen bepaalde vormen van productie uitsluit en andere verbiedt. De geschiedschrijving moet immers beantwoorden aan moderne vereisten qua bronnenverwerking en wetenschappelijkheid. Dit laatste veronderstelt afgelijnde definities en inperking van parameters om geloofwaardig te zijn.

De geschiedschrijving van Michel de Certeau is “slechts een reisverslag, dat verbrokkelt door een beroep te doen op verschillende benaderingen, zij het vanuit historisch, semiotisch of psychoanalytisch standpunt, elk met hun apparaat. Zij dragen ertoe bij dat wij vatbare voorwerpen kunnen aflijnen in een onvatbare werkelijkheid.

Dat zou dan de zin van de geschiedschrijving zijn, zoals de schildwacht van Kafka die een geheim verdedigt dat hij zelf niet bezit.”