12. nov, 2014

Over de plas

Onvertaalbaar?

Buiten Frankrijk is Michel de Certeau wellicht minder bekend,

maar hij kreeg wel voet aan de grond in de Verenigde Staten. Hij wordt professor aan de Universiteit van San Diego in 1978, waardoor hij even afstand neemt van Parijs en het hele Frankrijk, en in 1983 aanvaardt hij een leerstoel aan de universiteit van Los Angeles.

In 1984 wordt hij echter tot directeur van de sociale hogeschool EHESS in Parijs beroepen, en keert hij naar Frankrijk terug. Zijn laatste onderzoek-seminarie betreft de historische antropologie van de geloofsovertuigingen in de XVIde enXVIIde eeuw, geheel in de lijn van zijn laatste bij leven uitgegeven grote werk La fable mystique (1982).

Dit laatste is wat mij betreft een zeer boeiend boek, waar ik bij een eerste poging niet doorheen kwam, maar dat ik dit jaar helemaal heb uitgelezen,  meer en meer gegrepen naarmate ik vorderde, om te eindigen met een gevoel van veel denkvrucht en leesplezier.

Saldo

Wat heeft Michel de Certeau ons nagelaten? Wat zal er blijven van zijn werk?

Het moeilijke is dat weinig mensen zijn werk kunnen overzien omdat het zoveel verschillende domeinen en benaderingen omvat.

Wat het lezen van de biografie ons heeft bijgebracht, is dat zijn werk veel breder is, veel uitgestrekter, en veel meer domeinen beslaat dan we ooit vermoedden. Het is natuurlijk ontzettend Frans allemaal, bovendien moeilijk vertaalbaar, en dan ook weinig vertaald in pakweg het Nederlands of het Duits. Dat beperkt wel een beetje de toegankelijkheid.

Engelstalige lezers kennen hem voornamelijk van The Practice of Everyday Life, de vertaling van L’invention du quotidien. Dit boek kende een behoorlijk  succes en in Amerika kennen ze hem dan ook vooral als semioticus van het alledaagse leven, wat zijn belang heeft voor onder meer televisiemakers en politici.

Beeldcultuur

Zo heeft hij boeiende en zelfs profetische denkbeelden bij de beeldcultuur van onze tijd, als we weten dat hij overleed in januari 1986 lang voor de uitbraak van het internet in ons dagelijkse leven. Hij zou het waarschijnlijk begroet hebben als een nieuwe mogelijkheid voor de gebruiker om eigen strategieën uit te werken, die in een aantal gevallen niet overeenstemmen met het gebruik dat de industrie voor ogen zweefde bij het ontwerpen.

We kunnen nu door tekst,-, geluid- en beeldinformatie struinen, zoals iemand die door de stad wandelt en daarbij zijn parcours laat afhangen van wat hij of zij ziet, en de indruk die het op hem of haar maakt.