8. nov, 2014

Bezetenheid

Johanna van de Engelen

In 1970 verschijnt het eerste volle boek van Michel de Certeau,

zijn eerste grote volume over de geschiedenis van de bezetenen van Loudun, een eigenaardig voorval dat de publieke opinie in Frankrijk en daarbuiten danig bezig hield. De gebeurtenissen dezen zich voor in de jaren 1632 tot 1634 in een klooster van de Ursulinen in dit stadje in Poitou, ten tijde van kardinaal Richelieu, onder Lodewijk XIII.

De nonnen in het klooster aldaar, en vooral de overste Jeanne des Anges leden aan duivelse bezetenheid. Ze vloekten, ze kregen toevallen, ze kropen rond of ze klommen in de bomen, daartoe gedreven door toedoen van helse geesten die in hun ziel gevaren waren. 

Brandstapel

Aanvankelijk wordt de plaatselijke pastoor ervan beschuldigd de aanstichter van de wanorde te zijn, met name Urbain Grandier, maar nadat deze gefolterd en levend op de brandstapel verkoold is, gaan de duivels niet weg en blijven ze de nonnen en een paar lekenvrouwen kwellen.

Kardinaal Richelieu stelde een persoonlijk belang in deze gebeurtenissen, en geeft opdracht een afvaardiging van exorcisten samen te stellen. Daarbij werden de Jezuïeten ingeschakeld en zo komt het dat op een goede dag pater Jean-Joseph Surin s.j. in Loudun zijn opwachting maakt om het met de duivels van Marie des Anges op te nemen.

Hij werd haar persoonlijke exorcist en deed dit op geheel andere wijze dan zijn voorgangers, door te luisteren en te proberen te begrijpen in plaats van meteen naar bezweringsformules te grijpen. Pater Surin zou er zijn persoonlijke gezondheid bij inschieten en was in de nasleep van de affaire gedurende twintig jaar zenuwziek, en niet in staat enige taak op zich te nemen.

Zorgvuldigheid

Het boek wekt meteen belangstelling, door de zorgvuldigheid waarmee de auteur de inhoud van de archieven op de voet volgt, en vooral door het gebruik van de psychoanalyse - wat toen een zeldzaamheid was - om het gedrag van moeder-overste Jeanne des Anges en dat van pater Surin zelf te duiden.

Het zal misschien minder verwondering wekken als we weten dat  Michel de Certeau sinds 1964 getrouw het wekelijkse seminarie van Jacques Lacan bijwoont, en dat getrouw zal blijven doen tot de Ecole freudienne van Parijs in 1980 wordt opgeheven.