4. nov, 2014

Mergpijp

Realiteit

Esoterisch kun je Michel de Certeau nooit noemen.

Ik kan aannemen dat er mensen zijn zoals ik las in een recensie (http://chrhc.revues.org/1494) die afkerig zijn van de zeventiende-eeuwse mystiek, nu we in een tijdperk leven waarin intergalactische ruimtesondes de ijle ruimte doorklieven. Zelf vind ik het een zeer boeiend onderwerp, maar het is niet iets waarvan iedereen wakker ligt.

Zo zijn er ook lezers die aanstoot nemen aan de bloemrijke taal, die gebukt gaat onder de last van al de lagen cultuur die Michel de Certeau meebrengt, zo beladen met sofisticatie dat het soms moeilijk te behapstukken is, in dat verzadigde en quasi onvertaalbare Frans. De lezer komt dan wel eens zinnen tegen die allerlei kronkelende arabesken lijken te beschrijven en vervluchtigen in een taalspel dat alle contact met de werkelijkheid van de dag dreigen te verliezen.

Parijs

Ik kan die kritiek wel begrijpen, maar persoonlijk vind ik dat wel mooi, en ik kan er oprecht van smullen. Ik vind dat het juist dan poëtisch wordt en vaak meeslepend

Zoals Rabelais al zei, (zie foto) je moet het bot breken om bij het voedzame merg te komen.

De biografie penseelt een levendige impressie van het Parijse intellectuele leven in de jaren zestig en zeventig, en begin tachtig. Dat is de bloeitijd van de humane wetenschappen in het post achtenzestig klimaat.

François Dosse meldt dat allemaal zeer minutieus en ter zake doend, zonder te overdrijven, en hij moet het ook niet ver gaan zoeken, want Michel de Certeau in zijn leven met zoveel persoonlijkheden in aanraking gekomen, waarvan de namen soms doen duizelen.

Jacques Lacan om er maar een te noemen. Althusser. Le Roy Ladurie, Derrida, Foucault.

Le Tout-Paris van de denkers van toen.

Tijdgeest

Het zullen wellicht geen namen zijn die bij iedereen in Vlaanderen een belletje doen rinkelen, maar hoe meer ik erover lees, hoe meer ik benieuwd wordt naar meer over die tijd. Alleen al daarom zou je het lezen, maar er is nog veel meer te ontdekken. Daarover later meer.

Onze biograaf, op het spoor van onze stropende jezuïet, neemt ons als het ware mee naar de grote vragen van die tijd, naarmate die het pad van zijn onderwerp kruisten, zeg maar van 1950 à 1990 in al die Parijse cenakels van het structuralisme.