21. sep, 2014

Daemon

 

Meridianus

“Onwillekeurig veronderstellen wij,

wanneer wij kennis nemen van antieke en etnologische gegevens omtrent zonnemythen, -riten en -cultussen, dat de mentaliteit waaruit deze voortkomen, dezelfde is als de onze, dat de zon daarin zonder meer wordt aanvaard zoals zij is, dat zij alleen maar wordt aanbeden, niet gevreesd, gevloekt of bezworen.”

Cornelis Verhoeven, die we hier uitgebreid citeren gaat een aantal van onze a priori aannames te lijf aan de hand van de figuur van de middagduivel. Om te beginnen is het al geen duivel, maar een demon. Dat is niet hetzelfde.

In onze contreien heeft de kerk een model van de duivel aan de man gebracht dat eigenlijk voorspelbaar en doodsaai is: de duivel is slecht, het kwaad zelve, en er is maar een redding uit zijn klauwen en dat is onze gezamenlijke moeder de heilige kerk.

Duivel of demon

Het verschil tussen de duivel en een demon is hemelsbreed.

De duivel komt in het enkelvoud, en kan alles of iedereen zijn. Hij is puur slecht en kan alleen slechte keuzes maken. Het komt er op aan er niet mee te onderhandelen, hem overal en altijd te vluchten, en geen enkele kans te geven.

Demonen komen in het meervoud, en daarom zijn het ook individuen. De ene demon is de andere niet. Demonen hebben een persoonlijkheid, een modus operandi, een doelstelling. Het zijn geen levende maar wel bewuste wezens, met een wil en met luimen en grillen. Je kunt er mee onderhandelen, en tot een overeenkomst komen, wat je met de duivel niet kunt.

Demonen zijn niet per se en alleen uit op het verderf van de ziel, zoals ons ingeprent is omtrent de duivel. Ze houden er wel van wanorde te stichten en roet in het eten te gooien.

Melkweg

Er zit een zekere spanning in het woord middagduivel. De middag is immers het hoogtepunt van de dag, voor iemand die van licht en warmte houdt, maar dat kan ook te veel worden, in die mate dat we op die uren in de subtropische landen beter binnenblijven.

Voor zuiderse volkeren is dit het moment van de siësta, de meer volledige versie van het middagdutje. In de psalm wordt demon gerekend onder de gevaren waartegen de Heer de zijnen beschermt.

De nieuwe Latijnse vertaling spreekt hier over een ‘pernicies quae vastat meridie’, een ‘besmetting die 's middags haar verwoestingen aanricht’ (P.C.), of een ‘kwaal die des middags woedt’ (H. Beex). “Met besmetting of kwaal zal hier wel bedoeld zijn het gevaar van de middag in het algemeen, niet speciaal de zonnesteek of iets dergelijks,” merkt Kees droog op.

 

Foto: Rae-el the demon