3. sep, 2014

Kindertotenlieder

 

Dietrich Fischer-Dieskau

Grammofoonplaten en cognac

De hele puberteit en adolescentie in mijn leven was uiterst verwarrend en verliep op een pijnlijke manier. Dat heeft met familiale omstandigheden te maken die elders al voldoende zijn uiteengezet, maar ook met de ontdekking van mijn geaardheid natuurlijk.

Ik heb mijn coming-out doorgemaakt in zeg maar 1976 tot 77. Toen was ik twintig à eenentwintig. De dag dat ik voor de eerste keer een man kuste, was een openbaring, en een zeer bevrijdend moment, waar alles op zijn plaats viel en ik mijn plaats in het heelal kon aanvaarden.

Tot voor die tijd was er toch altijd een gevoel dat ik er niet bij hoorde, bij de rest van de mensheid en dat er iets vreemds met mij aan de hand was. Daardoor werd ik neerslachtig en knorrig en niet de meest gemakkelijke mens om mee  te leven.

Wereldschokkend

Het eigene van die periode is dat alles gelijktijdig schijnt te moeten gebeuren. Ik was weg van romanschrijvers zoals Gerard Reve en Michel Tournier en verslingerd aan de muziek van Gustav Mahler. De hele kunst- en cultuurruimte scheen voor mij open te gaan in die jaren dat ik kotstudent was in Leuven. Het was zowel een innerlijke als een uiterlijke ruimte die daar klaar lag om verkend te worden.

Dat ging niet zonder slag of stoot, en veeleer met vallen en opstaan. Blij dat het allemaal voorbij is. Ik heb geen enkele zin het nog eens door te maken, al die zwartgalligheid. Vele mensen vertellen mij dat ze heimwee hebben naar hun jeugd, maar ik heb dat absoluut niet. Ik vond het allemaal verschrikkelijk, zeg maar van mijn tiende tot mijn achttiende, en de jaren die daar op volgden waren nog steeds vol verwarring, terwijl de verschrikking toch wel afnam.

Zelfontplooiing

Je kunt de wereld pas aanvaarden als je jezelf kunt aanvaarden en omgekeerd. Er is zoveel moois te beleven, maar je met jezelf dat ook gunnen. We kunnen heel wat aanmerken op vorige eeuw, maar we moeten toch erkennen dat er een vorm van tolerantie is ontstaan die met name voor mensen met mijn geaardheid oneindig veel beter is dan het besmuikte gedoe, de onderdrukking, de achterklap en de minachting die voorheen schering en inslag waren.

 

Foto: Death in Venice, de film van Luchino Visconti, met Dirk Bogarde en de muziek van Mahler.