1. sep, 2014

Rechtvaardigheid

 

Zingeving

De acht zaligsprekingen

Na een lang gesprek aan tafel, in het genot van een bescheiden bordeaux, omtrent de zin van het leven, met iemand die de juiste vragen stelde, kom ik uiteindelijk toch uit bij het evangelie, in andere woorden de blijde boodschap, als grondslag voor een zinvol leven.

De acht zaligsprekingen (Mattheüs 5: 1-12) vormen zowat de kern. Zalig de zachtmoedigen etc. Los van mijn denkbeelden omtrent de kerk en omtrent het godsgeloof van vandaag, ben ik toch van oordeel dat ons leven zinvol is wanneer we het volgens die principes proberen in te richten.

Worp

We worden in een wereld geworpen die absurd en vreselijk is, die ons angst aanjaagt in al zijn wrede zinloosheid. De blijde boodschap is nu dat wij in ons leven daar iets ten goede kunnen proberen in veranderen. Mijn leven geeft het zin dat althans te pogen.

We kunnen daar alleen naar trachten, en pogen de wereld iets beter achter te laten dan we hem hebben gevonden. Dat op zich is al moeilijk genoeg, en je kunt er alleen maar toe komen als er een aantal randvoorwaarden is gerealiseerd.

Vooreerst is het nodig over enige controle te beschikken, over de uiterlijke wereld en het innerlijke gemoed. Ons organisme streeft naar homeostase, een toestand van intern evenwicht die niet vanzelf tot stand komt, maar voortdurend moet onderhouden worden.

Evenwicht

Het is pas wanneer deze homeostase kan plaatsgrijpen, dat we vrij over ons handelen kunnen beschikken.

Iedereen zou het recht moeten hebben op bestaanszekerheid en ontplooiingskansen. Het gaat in het evangelie dus niet alleen over zachtmoedigheid maar ook over rechtvaardigheid.

Omgekeerd, als we de kans op ontplooiing kregen en te baat namen om een onafhankelijk bestaan op te bouwen, moeten we ook iets terugdoen. Dat komt overeen met de waarden die we van thuis meegekregen hebben, en die in wezen op het evangelie gebaseerd zijn.

Mijn moeder vond dat we deftige en fatsoenlijke mensen dienden te worden, maar niet egoïstisch, steeds bereid anderen te helpen, en op niemand neer te kijken.

Iedereen moet dat zelf maar in zijn eigen leven invullen, maar voor mij is dat toch bijzonder zingevend, dat we er naar kunnen streven iets meer te doen dan ons de hele dag te pletter consumeren.  

De literatuur is onze bondgenoot, en binnen de literatuur neemt het evangelie een bijzondere plaats in.

 

Ets van Cornelis van Noorde, voor 1767