28. jul, 2014

Object

Voorwerp

Angst kan ons overspoelen.

De angst is onhanteerbaar, als we niet meer kunnen reageren, niet meer kunnen terugwijken, niet meer er uit kunnen verdwijnen. Dan zijn we ten prooi aan een fundamentele “hulpeloosheid”, zoals ook Freud herhaaldelijk schrijft. In die hulpeloosheid  staan we op het punt als subject te verdwijnen in iets wat niet langer `iets' is, in een `object' dat er geen is. 

We volgen Rudi Visker hier op de voet: “Subject-zijn betekent zich kunnen terugtrekken, en gewone objecten respecteren dat vermogen. Zij tonen zich, zoals Levinas ergens schrijft, maar ze dringen zich niet op. Ze dringen niet ongevraagd naar binnen, maar posteren zich op de grens tussen binnen en buiten en kloppen daar beleefd aan.”

Reusachtig

Zolang een object zich als een object gedraagt, is er een subject dat het, al dan niet, kan binnenlaten.

Een fascinerend object gedraagt zich anders. Het is niet er niet zomaar, want het eist de aandacht op.. Het is een `object' dat men niet niet kan zien. Het boeit de blik, je kunt er niet van wegkijken. Je raakt verblind, zonder blind te worden, door iets wat niet langer vergelijkbaar of situeerbaar is, daar het alle plaats inneemt.

Het  probleem is niet dat je het zicht verliest, maar alleen nog maar dat ziet, iets dat zich niet meer tussen de andere `ietsen' ophoudt, maar alle ietsen in zich heeft opgezogen. Het is, zoals Sartre zo mooi schrijft,  een “objet géant dans un monde désert.” Een reusachtig voorwerp in een woestijnlandschap.

Onwereld

Die verlaten wereld is eigenlijk geen wereld. Opdat er wereld zou zijn, moeten de dingen uit elkaar kunnen liggen, naar elkaar kunnen verwijzen, op een of andere manier samen horen of contrasteren, voor- en achtergrond vormen.

Een wereld is meer dan de som van dingen, omdat die dingen zich tot elkaar verhouden, in een kluwen van betrekkingen. Zo is een woord ook meer dan de som is van zijn letters. Het wit ertussen in maakt deel uit van de orde die noodzakelijk is om begrijpelijk te zijn. Elke letter heeft haar context, en die is voor elke letter verschillend. De samenhang ontstaat in een kader, dat doorgaans onzichtbaar blijft, maar zich laat waarnemen in dat niets tussen de letters, een afwezigheid die een aanwezigheid mogelijk maakt.