3. jul, 2014

Othello

Het zakdoekje

Jaloezie is de lijm van de langlopende echtelijke relatie.

Als je echt van iemand houdt, zal je bang zijn die persoon te verliezen. Dat is nagenoeg onvermijdelijk en het hoort erbij. In het beste geval wordt de jaloerse angst in evenwicht gehouden door de gepaste dosis vertrouwen. Als dat er niet is, kan jaloezie de relatie verzieken en het leven vergallen.

Het is een emotie die flink tekeer kan gaan.

Verleden

Ik heb lang geleden; toen ik bijna dertig was, een jaar een relatie gehad met een vrouw. Het heeft toch bijna een jaar geduurd. Uiteindelijk is ze nadien de lesbische toer op gegaan en ik ben teruggekeerd naar de Griekse beginselen die ik nooit had mogen verraden. Ik dacht op die leeftijd dat het geen hinderpaal mocht zijn, als je iemand bijzonder tegen komt zoals M. toen was, dat die van het vrouwelijk geslacht was.

Op het einde van de relatie hadden we heroïsche woordenwisselingen, en dat ging onder meer over de waarde van de jaloezie. Haar stelling was dat een relatie nooit kon blijven duren als er geen jaloezie in het spel was. Het stoorde haar dat ik beweerde niet jaloers te zijn. Ik had toen al die rare ideeën over een open relatie, een opvatting die velen hadden in de jaren tachtig.

Echtelijk

Ik ben er later achter gekomen dat de beste oplossing voor mij toch nog altijd is met een exclusieve partner door het leven te gaan.

En ja, daar komt jaloezie bij kijken. Als je echt van iemand houdt, ben je ook jaloers. Dat was de stelling van M. toen, en ze had gelijk. Ik wilde dat niet inzien. Ik vond dat een mens altijd stoïcijns moest blijven en dat je alleen verantwoordelijk kunt zijn voor je eigen gedrag, en niet voor dat van een ander.

Ik was lucide genoeg te beseffen dat ik toch niet zonder homoseksuele contacten zou kunnen. Ik kon me geen andere vrouw dan haar voorstellen, maar als de gelegenheid zich voor zou doen van bil te gaan met een aantrekkelijk exemplaar van het hetzelfde geslacht, kon ik daar niet aan weerstaan.

In die relatie met die jonge dame kon ik haar jaloerse gevoelens niet op gelijke hoogte  beantwoorden. Ik stond mezelf niet toe jaloers te zijn, omdat ik toch ook een grote vrijheid voor mezelf opeiste, en dan leek het me oneerlijk van iemand anders te verwachten wat je zelf niet kunt aanbieden.