2. mrt, 2014

Feedback

Liggen in de zon

Kijk onder Blog winter 2014, op datum van 27 februari en 2 maart.

Het gedicht ‘Blindeman’ heeft me al veel voldoening gebracht. Het werd gezongen door Tom Isenbaert (zie onder Van horen ziens op het menu) en het werd opgewerkt tot een dubbelrondeau (zie Rondeaux onder Pasquino.)

Op de blog van 27 februari heb ik de beoordeling weergeven die ik mocht ontvangen van de jury van de Turing gedichtenwedstrijd. Ik vond het zeer spannend daar aan mee te doen zoals ik toen ook heb meegedeeld geloof ik. Ik heb al mijn rondeaux ingestuurd en ik zat maar te wachten op nieuws.

Himmelhoch jauchzend toen ik met ‘Blindeman’ doorging naar de laatste duizend, en Zum Tode betrübt, toen het niet de laatste honderd haalde. Ik was daar zelfs een  beetje  zuur over. Ach ik weet het wel te relativeren, maar ik zat wel in spanning natuurlijk. Ik was zeer benieuwd naar de beoordeling die was beloofd, die nu is gekomen, en die ik op de blog heb geplaatst.

Hans Andreus

De recensie, die de korte versie betreft, begint heel bemoedigend:

“De kwaliteit van uw gedicht zit deels in het ritme. Metrisch loopt het gedicht lekker, maar ook lijken de eindes van de strofen precies op de juiste plek te vallen.”

Daar stond een lelijke tikfout, plekt in plaats van plek. Ik heb het niet verbeterd in de versie die op de blog staat, wellicht uit balorigheid omwille van het spellingadvies op het einde van de bespreking.

De recensent verwijst naar Hans Andreus’ ‘Liggen in de zon’. Ik heb dit gedicht ook op de blog gezet, en wel op datum van 2 maart. Altijd leuk om met Hans vergeleken te worden. Ik ben daar zeer blij mee.

Interpretatie

Interessant is nog dat de recensent worstelt met de personages, en de aanwezigheid van een derde vermoedt: “Wat is dan de positie van de ik-persoon? Waarmee je je begint af te vragen wie uiteindelijk nou in dat web zit. Misschien is dat uiteindelijk wel die derde persoon, mogelijk zitten ze er samen, de derde persoon en de ik-persoon.”

Ja zo had ik er niet over nagedacht. Laat ik het zo stellen: voor het insect zal het de enige keer in zijn leven zijn dat het de spin ontmoet, want hij of zij zal dat niet navertellen. Maar voor de spin, is de ontmoeting met het insect letterlijk dagelijkse kost. Die insecten bevinden zich niet noodzakelijk samen in het web maar wel door de tijd gescheiden na elkaar.

Wisselwerking

Het essentiële is dat iemand het gelezen heeft en er voldoende over nagedacht om er een mening over te geven. Dat is het genot van het schrijven, en publiceren. Ook al is er maar een mens in geïnteresseerd, is ergens toch het doel bereikt, te weten: communicatie tot stand te brengen. Een wisselwerking. Dat er ook eens wat terugkomt. Het mooie van het internet is dat dit zomaar kan voor een bescheiden kostprijs.

Zo heb ik eind vorig jaar ook nog twee ongepubliceerde romans op de site gezet: “Alsem” en “Sprokkelmaand.” Dat gaf een geweldig gevoel van opluchting dat het nu in de kijker geplaatst is, en dat misschien hier of daar iemand er wat kan aan hebben. Samen met “De laatste ketter” die ik een paar maand geleden er al op zette, maakt dat drie romans die maar lagen te beschimmelen en die ik nu kan tonen. Ik benader zo stilaan mijn doelstelling om de laden leeg te maken en alles wat ik ooit heb geschreven toegankelijk te maken.

Het geeft het gevoel ervan af te zijn. Wellicht komt er zo ruimte vrij om in de toekomst nog eens iets nieuws te beginnen. Want dat is het lastige: dat al die ongepubliceerde dingen een gewicht gaan vormen, dat je meesleept en dat je verhindert, nog  nieuwe dingen te gaan  maken om die vervolgens naast de oude meteen in het graf te leggen.

Dat motiveert niet om nog iets bij te maken. De bedoeling van het schrijven is gelezen te worden, het liefst door volslagen onbekenden die je anders nooit had ontmoet.