27. feb, 2014

Op weg

Naar het einde

Het is de voorlaatste dag van de maand en ik moet stilaan naar een besluit toewerken.

Ik vind de zorg voor mensen die behept zijn met een psychiatrische stoornis een ongemeen boeiend onderwerp. Ik hoop dat mijn enthousiasme hierover uit de bijdragen van deze korte maand is mogen blijken.

Het therapeutisch beleid in de psychiatrie is de inzet van vele pennentwisten. Zowel in de vakliteratuur alsook in de wijde bevolking is het laatste woord nog niet gezegd. Er doen veel misvattingen de ronde, en er bestaat nog veel vooroordeel en geringschatting. Mensen met een geestelijke stoornis zijn vaak de eersten om gepest, vernederd en belachelijk gemaakt te worden. Ze zijn oververtegenwoordigd in de gevangenissen, de daklozenzorg, de werkloosheid, de armoede. Ik denk echt niet dat dit hun schuld is.

Borderline

Dat geldt bij uitstek voor de diagnostische categorie die we hebben uitgekozen: de borderline patiënt.

Als ze niet het uitzonderlijk geluk kennen deel uit te maken van een liefhebbend en geborgen gezin en gedurende hun hele leven aardige mensen tegen te komen, wat inderdaad heel uitzonderlijk zou zijn, is de kans groot dat deze mensen zich zullen schaven en stoten aan de hoekige kanten van de maatschappij.

We hebben kennis gemaakt met een beeld dat niet minder dan een op twintig inwoners treft. Wat behoorlijk veel is en betekent dat we er allemaal een paar kennen, wellicht zonder dat ooit te beseffen, wat heel goed is. Het is een beeld dat veel mensen treft, hulpvragers die vaak meer dan doorsnee op zoek zijn naar zorg voor allerlei klachten die uiteindelijk terug te voeren zijn op een kernstoornis.

Die is niet geheel opgehelderd maar het zou om een lekkende membraan in een hersencel kunnen gaan.

Uitingsvormen

Dat schept een gevoelig terrein, waarop zich een levensgebeurtenis kan hechten die traumatisch inwerkt.

Het trauma laat een krater na en daar komt dus stilaan het beeld van de borderline hulpvrager in beeld; een beschadigde persoon met een laag denkbeeld en sterk wisselende stemmingsschommelingen.

Wanneer de betrokken persoon jong volwassen wordt, komt de stoornis vaak aan het licht door een onvermogen zich aan de samenleving aan te passen. Dat kan zich op verschillende manieren uiten, onder meer in eetstoornissen, middelengebruik, baldadigheid, zelfverminking, afhankelijkheid, religieuze waan, angststoornis etc. Dit zijn allemaal gedragingen die oppervlakkig gezien tot zeer uiteenlopende toestanden aanleiding geven, maar die in wezen terug te voeren zijn verdedigingsmechanismen die het Ego opwerpt om met de chaos van het Es om te gaan, om nu maar even in Freudiaanse termen te vervallen.

Die chaos van dat Es is juist bij die mensen uitzonderlijk groot omdat ze met een voortdurende bron van innerlijke spanning en angst rondlopen. Zelf beseffen ze dat niet, en de omgeving vaak ook niet, en het is pas wanneer de hulpverlening er aan te pas komt, dat je kunt gaan werken met diagnostische criteria.

Die vormen geen oordeel of veroordeling, of iets waar je de hulpvrager op vast kunt pinnen, maar het is wel een instrument dat ons kan helpen om een betere zorg uit te tekenen.

Dat is waar ik wilde toe komen. Ik geloof dat de zorg en bij de uitbreiding de maatschappelijke aanvaarding veel beter kunnen als we het hebben over psychiatrische patiënten in het algemeen en borderline zorgvragers in het bijzonder. Verbetering van het levenslot van zoveel mensen, en we hebben het wellicht over een half miljoen mensen in dit land alleen al, kan alleen maar komen van een betere kennis omtrent het onderwerp, die zich zou moeten verspreiden via de media.