26. feb, 2014

Tegenwind

De moppersmurf

Omgaan met borderline patiënten vergt heel wat soepelheid en geduld.

Mensen met borderline zien een aantal grenzen  niet liggen, die wij wel zien liggen. Ze hebben het door hun emotionele instabiliteit soms moeilijk gemaakte afspraken na te komen. Ze zijn soms geneigd hun omgeving en dus ook hun therapeut op de proef te stellen vanuit hun angstige onzekerheid.

Dit soort gedrag kan gemakkelijk ontaarden in een strijd als de hulpverlener daar niet op beducht is. Het zal soms nodig zijn de limieten van de therapeutische relatie zorgvuldig af te bakenen.

Om hier mee om te kunnen springen moet de hulpverlener goed beslagen op het ijs komen, en geleerd hebben zijn of haar gevoelens in de gaten te houden, zeker wanneer de cliënt een gedrag vertoont, dat op ons als ongepast overkomt. Dit kan ergernis wekken en die moet zich niet gaan  opstapelen.

Afkeuring

Mensen met borderline persoonlijkheid ondervinden vaak discriminatie en afwijzing, met name ook in de algemene gezondheidszorg.

Ze lokken dit onbewust uit door hun gedrag, of ze zijn getekend door de diagnose zelf. Soms worden ze als psychiatrische patiënt gezien, wiens mening niet meetelt. Of ze worden ervaren als stoorzenders, en brokkenmakers. Mensen met wie geen land te bezeilen valt.

Het mag zo zijn dat ze vaak meer aandacht en zorg nodig hebben dan de gemiddelde patiënt, maar we moeten dat toch zien als iets wat voortvloeit uit hun aandoening, en daar hebben ze geen schuld aan. Hun gedrag is het gevolg van een stoornis en/of een trauma, en daar hebben ze niet zelf bewust voor gekozen.

Dat betekent niet dat we alles zo maar even door de vingers zien. Het zal er op neer komen dat er altijd een modus vivendi gevonden moet worden tussen de regels van de structuur, wat de hulpverlening altijd toch is, aan de ene kant, en aan  de andere de chaotische levensstijl van sommige hulpvragers.

Relatie

Wanneer het contact aanslaat en het komt tot een langdurige behandeling, die meestal op lange termijn moet gezien worden, aangezien het om een in principe levenslange aandoening gaat, zal je een therapeutische relatie zien ontstaan, op basis van de inbreng van beide kanten, en de wisselwerking omtrent de behandelingsmodaliteiten.

Die relatie zal bestand moeten zijn tegen de wisselende stemmingen die zich voor kunnen doen en die zich onder meer ook in woede, wantrouwen of angst kunnen uiten. Al die gevoelens, die als negatief worden ervaren, zullen allemaal aan bod kunnen komen. De storm zal uitrazen en gaan liggen, tenzij we er te veel tegen in willen gaan.

Als het goed is zal de borderline cliënt de kans aangrijpen om zijn ego stilaan weer op te bouwen, zodat hij of zij minder bevreesd moet zijn voor desintegratie, fragmentatie en verlies.

Zolang de relatie instabiel is door toedoen van het lijden van de hulpvrager, zal de hulpverlener zijn best moeten doen om de therapeutische relatie te laten duren.

Dit is geen doelstelling op zich maar veeleer een voorwaarde om tot het eigenlijke doel te komen, en dat is de hulpvrager in staat stellen vooruitgang te boeken op weg naar onafhankelijk functioneren en meer autonomie.

Het doel is niet de persoonlijkheid van de betrokkene structureel te veranderen.