6. feb, 2014

Machtsverhouding

Kwetsbaarheid

Als hulpverlener moeten we beseffen dat we in een machtspositie zitten.

De hulp wordt verleend door de ene kant en ontvangen door de andere kant. Dit schept per definitie een asymmetrische verhouding, waarmee we bedoelen dat er ongelijkheid is.

De hulpverlener biedt iets aan: onder meer een bepaalde hoeveelheid aan tijd, kennis en deskundigheid, en daar moet een dosis ontzag en respect bij, om het onevenwicht te herstellen.

Ontzag

De hulpverlener dient in de dienst van de hulpvrager te staan en niet omgekeerd.

Deskundigheid ter zake dient gepaard te gaan met respect en ontzag voor de persoon die hulp vraagt. Die persoon is geen lijdend voorwerp maar een onderwerp, geen object maar een subject. Het gaat om een volwaardig menselijk individu, iemand die eigen keuzes kan maken, en die zich op een moment in het leven bevindt, waarin de vrije keuze wordt beperkt, door omstandigheden waar de hulpverlener iets kan aan doen, zoals armoede of ziekte.

We moeten als hulpverlener uiterst zorgvuldig omspringen met die gekwetste en daarom extra kwetsbare persoon die voor ons zit om zijn of haar leed uit de doeken te doen. Het is onaanvaardbaar dat je op welke manier dan ook van die machtspositie misbruik zou maken.

Dit maar om alleen om uit te leggen waarom ik er zo aan til, aan wat de psychologe van Naima daar gepresteerd heeft, door tijdens de raadpleging met de Koran op de proppen te komen. Ik zie daar een vorm van machtsmisbruik in, dat je als hulpverlener je eigen ideologie staat op te dringen. Om het even welke ideologie. Het mag om een andere godsdienst of overtuiging gaan, het bezwaar blijft geldig.

Overstelping

Die psychologe had binnen haar oevers moeten blijven.

De hulpverlener is daar niet om een mening te verkondigen of een geloof aan de man te brengen. Wij zijn daar om te luisteren en de hulpvrager te begeleiden naar het punt waar hij of zij dient te komen. Het is niet de hulpverlener maar de hulpvrager die dat eindpunt dient te bepalen. In principe is die richting goed die leidt naar meer controle over de eigen levensomstandigheden, en meer mogelijkheden je eigen keuzes te maken.

De valstrik is nu dat keuzebeperking vanwege de ziekte of aandoening overgaat in een afhankelijkheid van de therapeut. Dat gevaar is des te groter wanneer deze laatste zich niet bewust is van zijn macht, en niet geleerd heeft daar vrijwillig grenzen aan te stellen.

Van de kant van de hulpvrager wordt het gevaar groter naarmate hij of zij meer onmondig is.

De therapeutische relatie dient in het ideale geval uit te monden in bevrijding, ontvoogding en emancipatie, door herstel van de vrije keuze in hoofde van de hulpvrager.

Besluit

Om nu nog een laatste keer naar Naima terug keren: een onderdeel van haar problematiek is in onze ogen dat ze op haar leeftijd nog altijd niet is losgekomen van haar ouderlijk milieu, hoewel ze financieel onafhankelijk is met een goede baan. Ik vind dat onthutsend dat ze dan nog met kolen voor haar broers staat te sleuren. Dan mag ik wel opletten dat ik mijn visie niet ga opdringen.

Ik heb dan veel zin haar te vertellen wat ze moet gaan doen, namelijk  thuis weggaan, haar verstikkende milieu verlaten, en een eigen bestaan opbouwen, maar in wezen is dat ook een ideologie die ik niet op moet gaan leggen. Het is veel beter dat ze daar zelf achter  komt. Misschien kiest ze wel voor een andere weg: zich binnen het huidige kader assertiever opstellen bijvoorbeeld, of te werken aan aanvaarding.

Het gaat erom dat ze haar eigen keuzes moet leren maken en dat moeten wij niet in haar plaats doen.