Ogen wijd dicht

I

Ik zag het niet, door liefde blind,
Heb ik de foute man bemind.
Er in getuind met open ogen,
Ontdaan van mijn gezichtsvermogen,
Gelijmd, gevat en vastgepind.

Door toedoen van een satanskind,
Een richeltuig, een kwaad gezind
Gedrocht dat mij heeft leeggezogen.
Ik zag het niet.

Als een insect, het zicht verblind,
Verdwaald in een lichtlabyrint,
Ontdaan van alle richtvermogen,
Recht in het spinnenweb gevlogen.
Door dwaze liefde ziende blind,
Zag ik het niet.


Refrein
Zag ik het niet?
Met open ogen ziende blind.
Ik zag het niet.
En ziende blind met open ogen.
En dat ik het niet zag.


II
Ik zag het niet, en zienderogen
Heeft hij mij met spingif bespogen,
En plompverloren en gezwind,
Mij ingesponnen rond gespind.
Het bloed en merg uit mij gezogen.

Gestolen heeft hij en bedrogen,
Mij kaalgeplukt, getild, belogen,
Met open ogen ziende blind,
Zag ik het niet.

Vrijwillig in de val getogen,
Beroofd van mijn gezinsvermogen,
En toch heb ik hem teer bemind,
Die vleermuis van een hellekind,
Want ziende blind met open ogen,
Zag ik het niet.

Pasquino dubbelrondeau