20. jan, 2014

Het marktgebeuren

Middelenhandel

Vroeger was er weinig om de hunkermarkt te voldoen behalve alcohol en slagroom.

Eergisteren zagen we al dat in elke samenleving mensen te vinden zijn, die hunkeren naar een middel, dat de inwendige ruimte tenminste tijdelijk zo wijzigt, dat ogenschijnlijk aan een existentiële nood wordt voldaan. Of in gewoon Nederlands: om zich beter te voelen. Dat kan zijn om een positief gevoel op te wekken zoals pret, seksuele opwinding of religieuze extase, dan wel om een negatief gevoel op te heffen zoals pijn, verdriet, angst, depressie of waanvoorstellingen.

Die behoefte is er altijd geweest sinds Noachs tijden in termen van de Gewijde Geschiedenis. Niet dat ik geloof dat hij een historisch personage is, maar het is wel een verhaal dat deel uitmaakt van ons collectief onbewuste. In werkelijkheid zal de eerste dronkenlap van de geschiedenis, die altijd onbekend zal blijven, gesnoept hebben van druiven die na de pluk te lang in de zon hebben gestaan, waardoor ze tot gisting kwamen. Die verre voorvader zal zich die dag bijzonder vrolijk hebben gevoeld, zozeer dat de behoefte ontstond de ervaring te herhalen.

Ontstaan

In elke omgeving komt wel een of ander natuurlijk middel voor dat naar het hoofd stijgt.

Je kon een of ander middel in de tuin gaan plukken, maar daar hield het op. Het verhaal wordt moeilijker naarmate de samenleving ingewikkelder wordt. Er ontstaan steden en elke stad ligt rond een centrale markt. Dat is het oog van een storm waaromheen zich allerlei marktverschijnselen voordoen van kopers die een bepaalde stof of dienst willen en verkopers die de waar willen slijten.

Je hebt aan de ene kant de behoefte in de stad en aan de andere kant het aanbod van de landbouw op het land en er ontstaat een handel. De richting zal pas later omdraaien, wanneer de chemische industrie er in slaagt synthetische roesmiddelen te vervaardigen. Dat vind ik een interessant inzicht, want zo kun je het middelengebruik ook heel nuchter bestuderen  als een markt, waarbij elk middel als het ware  een eigen plaats op de markt inneemt.

Sinds de handel ontstond, is er altijd een behoefte geweest de markt van om het eender wat aan toezicht en controle te onderwerpen, gewoon omdat er geld omgaat. De handel in roesmiddelen is daarbij nog eens aan extra regels onderworpen.

Regelgeving

Alcohol en tabak vind je in de winkel, bij de krantenboer, in tankstations, de horeca. De verkoop van deze producten is wel toegelaten, maar dan wel aan accijnzen onderworpen en ze mogen niet aan minderjarigen  worden verkocht. Dat zijn regels die tamelijk specifiek zijn voor roesmiddelen. Maar wat meer is, er is controle op de toepassing van de regelgeving en je kunt niet zomaar eender wat verkopen.

Doordat er een regelgeving is, krijg je ook een zicht op de handelsstromen, de prijszetting en de kwaliteit. Dat is een heel ander verhaal als het om illegale middelen gaat zoals cannabis, cocaïne of heroïne die uiteraard op een zwarte markt worden verkocht. Daar is geen enkele controle op zodat er allerlei rommel aan de man wordt gebracht en kopers worden bedreigd of  afgezet. De kwaliteit is oncontroleerbaar  en dus slecht. De aanvoer is niet verzekerd.

Besluit

Geheel verbieden lukt niet en totale vrijlating van de markt is niet wenselijk. Er moet dus een slimme regelgeving zijn die voor elk middel een bepaald kader aflijnt waarbinnen het verstrekt mag worden. Hopelijk vinden we morgen de tijd om dat uit de doeken te doen.