13. jan, 2014

Als de rook om je

Hoofd is verdwenen

Vandaag een uur of twee met de lijvige biografie van Sigmund Freud in bad gezeten.

Een mooie rustige zondag. De biografie is in de beste Angelsaksische traditie geschreven door de erudiete Peter Gay die zijn onderwerp door en door kent en zijn bronnenmateriaal nauwgezet citeert. Het leest lekker weg en je komt heel wat te weten, bijvoorbeeld over de onenigheden die de jonge psychoanalytische beweging schokten en de conflicten met Jung en Adler de sociëteit op haar grondvesten deden daveren.

We wisten al dat Freud in zijn jonge jaren cocaïne niet alleen gebruikte, maar de invloed ervan op het menselijk lichaam ook bestudeerde. Wat ook bij blijft is dat hij later verslaafd was aan sigaren, en hij ging door met roken nadat bij hem een kwaadaardig gezwel van het verhemelte was ontdekt en heelkundig verwijderd, waardoor hij een lastige prothese moest inbrengen om de neus- en de mondholte van elkaar te scheiden, zodat hij zich verstaanbaar kon maken.

Steeds minder aanvaard

Nicotineverslaving is die andere vorm van drugafhankelijkheid die in onze samenleving nog steeds legaal is, als staat zij zeer onder de druk vanwege de internationale samenzwering van anti-tabaktivisten die het roken uit alle openbare plaatsen wensen te weren. De nadelen van het roken zijn al lang tot in den treure uiteengezet, en ook de rokers kennen het wel uit hun hoofd.

Verslaafden die niet van hun verslaving af willen, ook al zijn ze bekend met de nadelen. Hoe kan dat nu? Wellicht omdat we onderschatten welk belang het gebruik voor de gebruiker voorstelt. De gebruiker vreest zijn dagelijkse taken niet te kunnen volbrengen als hij of zij zou stoppen met roken. De gebruiker kan allerlei angsten hebben omtrent het stoppen, die hem ertoe aanzetten met het gebruik door te gaan, ook als dat hem of haar schade berokkent.

In het geval van nicotine staat dat die druk vaak in verband met het werk, of het aangaan van betrekkingen met anderen.

Als de gebruiker ondanks alle nadelen doorgaat met gebruiken, dan moet het zijn dat er een voordeel aan verbonden is, al mag dat subjectief van aard zijn.

Voordelen

Nicotine stimuleert het brein en wakkert de concentratie bij het uitoefenen van de taken aan. De sigaret geeft elke keer weer een kleine zweepslag die het organisme aanzet tot geestelijk verder en meer  presteren. Wellicht was dat de reden dat Sigmund Freud er niet kon mee kappen, nog wel de grondlegger van de psychoanalyse, die zichzelf had geanalyseerd, en van wie je toch zou mogen verwachten dat zijn eminente geest boven zoiets stoffelijks als verslaving zou uitstijgen.

Blijkbaar heeft zijn toegenomen geestelijk bewustzijn toch niet gezegevierd over de afhankelijkheid. Tijdens de eerste wereldoorlog en de crisisjaren erna, toen Oostenrijk samen met Duitsland verloren had, was hij voor zijn sigaren afhankelijk van milde schenkers in onder meer ook Nederland, zoals blijkt uit zijn briefwisseling

Toen hij eens wilde beschrijven hoe erg hij zijn oogappel zou missen, Anna Freud, de jongste dochter, die in zijn voetsporen zou treden en zelf een bekende psychoanalytica zou worden, schreef hij zo uit de pols weergegeven:” ik mag er niet aan denken dat ik haar zou moeten missen. Het zou even erg zijn als het sigaarroken  moeten opgeven.”