11. jan, 2014

Oscar Wilde

Omtrent alcohol

We beginnen vandaag met een citaat:

“Na het eerste glas zie je dingen zoals je zou willen dat ze waren. Na het tweede, zie je de dingen zoals ze niet zijn. Op het einde zie je de dingen zoals ze werkelijk zijn, wat het afschuwelijkste ding ter wereld is.”

Dit citaat van Oscar Wilde is niet alleen grappig. Het is ook waar. Het is grappig omdat het waar is. Alcohol doet verschillende dingen met je naargelang het om het eerste, het tweede of veel glazen gaat. Er is met name een groot verschil in gevoel tussen het stijgende en het dalende gedeelte van de bloedalcohol-kromme.

Door te meten hoeveel alcohol in het bloed zit, kun je afleiden hoeveel ervan in de hersenen terecht komt, en daar is het dat alles gebeurt.

Spiegel

Wanneer je begint te drinken en zolang je daarmee doorgaat, krijg je een snel stijgende bloedspiegel tot een plateau bereikt wordt. Tijdens die aanvankelijke stijgende fase, die niet zo lang duurt, komen de tongen los, en voel je je extra vrolijk en lichtjes opgewonden of juist meer ontspannen, het is maar hoe je het bekijkt.

Rond die plateauwaarde blijf je dan schommelen zolang met drinken doorgaat. Als het alcoholgehalte nog stijgt gebeurt dat nu veel langzamer dan in het begin.

De hoogte van die plateauwaarde hangt af van de drinker. Elke persoon heeft zo zijn comfortzone en als je daarover gaat, wordt het minder prettig en gaan de ongewenste effecten de overhand nemen, zoals duizeligheid, dubbel zicht, wankele gang, misselijkheid en overgeven.

Sommigen zijn in staat daar heel ver in te gaan. Dan kan het effect ook gaan tot alcoholisch coma. Acute alcoholintoxicatie kan zelf dodelijk zijn, maar dat is uitzonderlijk. De meeste drinkers houden het echter op die comfortzone en blijven op een plateau hangen, dat ze onderhouden door langzaam door te blijven drinken tot de avond voorbij is.

Roes

Zo lang het alcoholgehalte in het bloed kan stijgen is de werking een soort roes, waarin de werkelijkheid vrolijker wordt waargenomen, en waarin de drinker vaak van zijn sociale belemmeringen loskomt en gemakkelijker met anderen communiceert. Dat is ook de rol die alcohol in de samenleving speelt: als ijsbreker.

Na het laatste glas gaat de alcoholconcentratie geleidelijk naar beneden. Meestal krijg je dan slaap en ga je naar bed zodat de hersenen kunnen rusten herstellen. De ochtend nadien word je dan wakker met wroeging en spijt en nog meer angsten dan de dag tevoren. Je voelt je meer depressief en angstig in vergelijking met degene die je was toen je dronk, en zelfs daarvoor. Je moet doorheen een dipje.  

Hierin schuilt de valstrik die ertoe leidt dat de alcoholicus steeds terug wil naar die roes die hem in staat stelt binnen de kortste keren de angst en de treurnis in het hart weg te nemen.

We besluiten met een ander citaat: “Whisky is ons gegeven om beter te wanhopen.’ Ik denk dat het Rodenbach is die dat schreef. Niet Albrecht, maar Georges Rodenbach, geen familie, de Franstalige Belgische dichter en theaterauteur. “Le whisky nous est donné pour désespérer mieux.”