In mijn hoofd

In mijn hoofd

door | feb 23, 2023 | Hanna | 1 reactie

 

Een nieuwe herfstdag breekt aan.

Ik zie de eerste zonnestralen tussen de bomen kruipen en beeld me in dat ze zo hun best doen om tot bij mij te komen, me goedemorgen te zeggen. Ik richt mijn kop op om de zon dag terug te zeggen.

Goedemorgen zon!

Ik kan me nog net bedwingen om te zwaaien.

De hazelnoten vallen als dode bladeren van de bomen. Als kiezelsteentjes kletteren ze naar beneden, vallen ze met een afgestorven plof op de grond. Sommige botsen eerst een keertje.

Soms spring ik in een boom van her naar der om de takken te laten schudden en de verse noten van de takken los te kunnen maken. Ze hangen er als zware, overrijpe tranen die als joekels uit je ogen over je wangen gaan parelen.

Door zo met de takken te schudden, hoef ik het niet enkel te stellen met die noten waar reeds een oorwurm in gemormeld en de lekkere vulling vermolmd heeft.

Ik heb een keer in zo’n noot gebeten en de oorwurm kroop over mijn poten. Toen liep er toch een rilling door mijn ruggengraat.

Sindsdien schud ik eerst met de noot. Je kan het goed horen als er iets inzit dat geen noot is.

Het zijn toch ook niet de gezelligste insecten, die oorwormen.

Net zoals hooiwagens. 

Die vind ik ook niet zo aangenaam.

Binnenkort start mijn winterslaap. Ik ben vorige winter een aantal keren wakker geworden tijdens de winter. Diep slapen is niet goed. Ik was bang dat er gevaar dreigde. Ik hoorde geritsel, gebrom of gekraak en was dadelijk weer alert. 

Klaarwakker.

Toen ik klein was, heb ik m’n broer verloren tijdens de winterslaap. Hij sliep vlak tegen mijn rug, zijn pels kriebelde tegen die van mij. Op ’n dag was ie wakker geworden en is ie – uit onwetendheid – naar buiten gegaan. Moeder, vader en ik hadden hem niet gehoord omdat we zo diep sliepen, en plots was ie weg. Nooit meer teruggekeerd. Had ik toen gevoeld dat m’n broer naast mij plots opgestaan was, dan had ik het ongeluk kunnen verhinderen. Maar ik sliep te diep.

Te diep slapen kan gevaarlijk zijn.

Mijn nest voor deze winter heb ik dan ook extra diep gemaakt, verstopt achter een hoop takken, de extra kuil enkele meters verder, voor mijn voedselvoorraad. Ik hoop dat niemand deze voorraad ontdekt, hij is minder diep en gecamoufleerd dan mijn winterslaaphol. Ik had niet genoeg kracht meer om de kuil even tactisch vorm te geven en te verstoppen achter bladeren en takken en dennennaalden. Ik was bang dat ik gezien ging worden en kon maar met korte periodes er aan bouwen.

Ik wil nu mijn slaapplaats gaan uittesten. Ik zwaai naar de zon die steeds meer energie vindt om door de takken te schijnen. Ze lijkt enthousiast te zijn. Elke dag opnieuw doet ze haar best om haar stralen door weer en wind te knijpen.

Mijn slaapplaats is ook aan de binnenkant bedekt met notenschalen en droge takken. Het is een sterke basis die bestand is tegen alle weersomstandigheden. Ik slaap niet zo diep, dus het minste tochtje of regendruppeltje kan me wakker maken.

De gang geeft uit op een nestje, na een bocht naar rechts. Die bocht maakte ik zodat indringers niet dadelijk uitkomen op mijn nest wanneer ze mijn schuilplaats ontdekken. Ik ga liggen op het mengsel van hooi en droge bladeren en sluit mijn ogen. Oefenen voor de winterslaap. Een kort en licht dutje, zodat je geen gevaar kan lopen.

[…]

Ik was ingedommeld.

Het is ondertussen al avond. Ik merk het aan de geur die langs de kieren mijn hol binnendringt.

Koude avondlucht.

Ik heb de zon geen slaapwel kunnen zeggen. Het is vaak de avond die me zwaar valt, dan hoor ik soms een gekraak waarvan ik de oorsprong niet kan thuisbrengen. Ik ben bang dat er een of andere indringer aan mijn noten in de voedselkuil zit. Ik herinner me nochtans de kuil goed afgesloten te hebben. Ik heb het dikke takje waar nog een dor blaadje aanhing vlak voor het afgesloten hol gelegd.

Ik twijfel of dat niet gisteren was. Ik hoor namelijk echt gekraak in de buurt van de kuil. Enkele meters van me verwijderd. Als de figuur die zich daar bevond niet zou weten dat er zich voedsel bevindt, dan zou hij daar toch niet zo blijven rondlopen.

Een dof gekraak en een beetje gescharrel.

Misschien was het gisteren, dat ik dat takje zo legde. Misschien ben ik in de war en vergat ik de kuil vandaag wel te sluiten. 

Uit vergeetachtigheid.

Een beetje zenuwachtig, dat gescharrel en gekraak.

Ik kan me niet meer herinneren wat ik gisteren heb gedaan om de kuil af te dekken. Waarschijnlijk vergis ik me en is de kuil nog open. Ik ben de laatste tijd erg vergeetachtig, misschien een beetje angstig voor de winterslaap. Ik wil niet wakker worden, want dan hoor ik geluiden en kan ik niet meer in slaap vallen.

Ik ga beter even kijken of het voedsel in de kuil veilig is. Ik loop natuurlijk gevaar telkens ik naar buiten ga. De kans bestaat om gezien te worden, en dan zijn er twee scenario’s: ik wordt aangevallen, of m’n voedselkuil wordt leeggeroofd. Dan ben ik respectievelijk dood en dood na enkele weken.

Gustav Klimt - Birch Forest

Gustav Klimt – Birch Forest (1903). Bron: Wikipedia.org.

 

H.B.

Doorzoek de site

Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors
Search in posts
Search in pages

Door Hanna

23 februari 2023

1 Reactie

  1. Magda Geyskens

    Mooi!
    Kijk al uit naar het vervolg.
    Groetjes

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ook interessant?